Gepubliceerd op 14 September 2023 om 16h53
Door Damien Malvetti

Mobiliteitsbudget en huisvestingskosten: een no-brainer?

Werknemers kunnen hun firmawagen inruilen voor een mobiliteitsbudget. Dit budget kan aan drie pijlers worden besteed, een elektrische (kleinere) firmawagen in pijler 1, alternatieve mobiliteit en huisvestingskosten in pijler 2 en, als er dan nog wat overblijft, fiscaal vriendelijke cash. Makkelijk toch?

Helaas heeft de invoering van een mobiliteitsbudget wel wat voeten in de aarde. Vooreerst de bepaling van het budget zelf. We verwijzen graag naar onze andere artikelen hieromtrent (TCO/TCM).

Maar dan ook de bestedingen, wat mag en wat niet?

Dit artikel werp wat licht op de huisvestigingskosten. In pijler 2 mag het mobiliteitsbudget (of een deel ervan) besteed worden “voor de financiering van huisvestingskosten, meer bepaald huurgelden en intresten en kapitaalsaflossingen van hypothecaire leningen, betreffende de woonplaats die binnen een straal van 10 kilometer van de normale plaats van tewerkstelling gelegen is”. Duidelijk?

Wel ja, maar toch enkele verduidelijkingen…

Huurgelden: voor het betalen van de huur van een woning of appartement dicht bij het werk. Onder het begrip huurgeld worden bijgevolg zowel de huurprijs als de gemeenschappelijke lasten begrepen voor zover die wettelijk zijn verschuldigd door de huurder aan de verhuurder voor het gebruik van het gehuurde goed. Echter niet de bijkomende kosten ten gevolge van het gebruik van het gehuurde goed, zoals elektriciteit, gas en water.

Intresten en kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen: het betreft een hypothecaire lening voor de woonplaats van diegene die het mobiliteitsbudget wenst te gebruiken. Deze lening dient minstens gedeeltelijk door een hypthecaire inschrijving te zijn gedekt. De lening dient door de persoon die het mobiliteitsbudget aanwendt te zijn aangegaan, al dan niet samen met een partner als koppel. Heeft enkel de partner de lening op zijn/haar naam afgesloten dan kan dit in aanmerking komen voor de aanwending van het mobiliteitsbudget.

Woonplaats: Wanneer er naast het gezin ook niet-gezinsleden wonen, dan mag het mobiliteitsbudget enkel aangewend worden voor het gedeelte dat betrokken wordt door het gezin.

Het betreft ook de woonplaats, dus hypothecaire leningen voor tuinkantoren komen niet in aanmerking. De hypothecaire lening mag zowel op de aankoop als kosten van verbouwing van de woonplaats betrekking hebben.

10 km: “binnen een straal van 10 kilometer. De afstand tussen de woonplaats en de normale plaats van tewerkstelling mag dus – in vogelvlucht – maximum 10 kilomter bedragen. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de werkelijk afgelegde afstand (vb snelste ipv kortse, of omweg wegens kinderen). De methode om deze afstand te bepalen kan vrij door de werkgever worden gekozen maar dient uiteraard consistent te worden toegepast.

Plaats van tewerkstelling: de plaats van tewerkstelling wordt in principe vermeld in het arbeidscontract. Deze plek wordt in principe in aanmerking genomen. Indien niets wordt vermeld er er verschillende variabele plaatsen van tewerkstelling zijn dan dient de werkgever dit per maand te beoordelen en staven welke de plaats het meest werd gebruikt als plaats van tewerkstelling (in principe de meeste werkuren).

Indien er aan telewerken (werken in een satteliet- of tele-office) wordt gedaan, dan kan deze plaats als voornaamste plaats worden aangemerkt indien vandaar de meest werkuren in die maand werd gepresteerd. Wat betreft thuiswerken, kan “thuis” als belangrijkste plaats van tewerkstelling worden beschouwd als hier de meeste werkuren worden gepresteerd (per maand). Bijvoorbeeld indien de werknemer slechts éénmaal per week op kantoor aanwezig dien te zijn en de andere dagen ook effectief van “thuis” heeft gewerkt (vb > 50%), dan wordt “thuis” aangemerkt als voornaamste plaats van tewerkstelling.

Dit betekent dat huurgelden of de interesten en kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen van “thuis” in aanmerking komen om te worden gedekt middels het mobiliteitsbudget. Dit dient in principe op maandbasis te worden vastgesteld (en bewezen).

Door de inburgering van thuiswerken in diverse sectoren is deze laatste overweging belangrijk. 700 eur gebruiken uit het mobiliteitsbudget voor de betaling van interesten en kapitaalaflossing van hypothecaire leningen, in plaats van deze betaling uit te voeren met belast netto-loon, levert al snel een voordeel van 50% of 350 eur op, op maandbasis.

Stel dat een koppel beide recht hebben op een firmawagen en voor één van de leden van het gezin het wel mogelijk zou zijn om alternatieve vormen van vervoer te gebruiken voor die ene dag op kantoor of sporadisch bij klanten, is dit wel een zeer mooie incentive.

Ook de creatieve werknemer die in de stad woont en zich multi-modaal beweegt, kan dit een aardige cent opleveren (indien aan de voorwaarden is voldaan).

Andere voorbeelden zullen uw creatieve geest wel voor de dag kunnen halen…Uit de praktijk is immers gebleken dat er steeds meer interesse is voor het mobiliteitsbudget met een steeds groter wordende focus op de huisvestigingskosten (+/- 67% van diegene die een mobiliteitsbudget gebruiken).

Wil u meer weten of wenst u uw werkgever te overtuigen van de invoering van het mobiliteitsbudget, aarzel niet ons te contacteren hello@fleet3sixty.com

Bart Vanham
PARTNER FLEET360
 +32 474 058 118
bvanham@fleet3sixty.com
fleet3sixty.com
Connect on Linkedin

Damien Malvetti

Damien Malvetti, redacteur van dit artikel

Damien Malvetti is opgeleid als journalist en gepassioneerd door wagens, technologie en mobiliteit. Hij is verantwoordelijk voor de redactionele inhoud van link2fleet en beschikt over een uitgebreide kennis van de fleet-sector en elektrische mobiliteit.
Dit artikel gaat over: Vlootbeheer , Tax & Legal

Gelijkaardige artikels