Wat wijzigt er fiscaal voor mijn vloot in 2025?

De fiscale aftrekbaarheid wordt in 2025 voor het eerst algemeen beperkt tot 75% voor voertuigen met uitstoot en de minimaal gegarandeerde 40% fiscale aftrek voor voertuigen boven de 200 gram/km uitstoot verdwijnt. Deze maatregel geldt voor voertuigen besteld vanaf 1 juli 2023 of leasingcontracten ondertekend vanaf 1 juli 2023.

Enkel zero-emissie voertuigen blijven in 2025 nog voor 100% aftrekbaar. Ook de formule van de CO2-bijdrage wijzigt en stijgt verder. Dat geldt ook voor het voordeel van alle aard. Bovendien is 2025 een overgangsjaar. Voor vanaf 1 januari 2026 bestelde voertuigen die niet zero-emissie zijn, wordt de fiscale aftrekbaarheid teruggebracht tot 0%, zowel voor auto- als voor brandstofkosten.

Dit zal reeds een grote impact hebben op het bestelproces van bedrijfsvoertuigen in 2025. Tot slot besliste de EU-commissie om de WLTP-uitstootnomen in 2025 substantieel te laten stijgen voor nieuw gehomologeerde PHEVmodellen door aanpassing van de zogenoemde utiliteitsfactor. Op het moment van schrijven was nog niet bekend of men de fiscale regels voor PHEV’s hierop zou aanpassen. De cumul van deze wijzigingen zal de keuze van de optimale aandrijving moeilijker maken. Het is inmiddels duidelijk dat de fiscale voordelen van een elektrische aandrijving in 2025 groter wordt tegenover PHEV’s en klassieke benzine- of dieselvoertuigen.

TCO-berekeningen kunnen dit bevestigen. Maar er is ook goed nieuws. De zogenoemde “Taxshift” heeft het niet gehaald en de aangekondigde belasting op het voordeel van tankkaarten evenmin. Eind 2024 verscheen een fiscale circulaire die het gebruik van het CREG-tarief toelaat bij de terugbetaling van thuis geladen elektriciteit voor de bedrijfswagen. In Vlaanderen besliste de nieuwe regering om de fiscale vrijstelling van BIV en verkeersbelasting voor elektrische voertuigen in 2025 nog even aan te houden. Tot slot melden we nog de hervorming van de Waalse BIV vanaf 1 juli 2025. Hierdoor zullen ook elektrische voertuigen duidelijk meer betalen omdat o.a. het gewicht van het voertuig een rol zal spelen. Hierna een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in 2025.

Principe van variabele fiscale aftrekbaarheid

Dit principe is eigenlijk nieuw in de geschiedenis van de aftrekbaarheid van autokosten. In het verleden was het altijd zo dat eenmaal het voertuig werd aangeschaft, dit voertuig volgens de op dat ogenblik geldende wetgeving voor de volledige looptijd van het leasingcontract of de duurtijd van het gebruik voor een bepaald percentage fiscaal aftrekbaar was. De fiscale regels rond de vergroening van bedrijfswagens heeft dit principe gewijzigd.

De nieuwe regels gelden voor voertuigen besteld of leasingcontracten ondertekend vanaf 1 juli 2023. De fiscale aftrekbaarheid verlaagt volgens de nieuwe regels jaarlijks tijdens de duur van het leasingcontract of de gebruiksduur om in 2028 op 0% te eindigen.

Dit is vanaf 2025 zichtbaar en ook financieel voelbaar. Wie een PHEV met 17 gram CO2/km op 1 januari 2025 in gebruik neemt voor 5 jaar, zal de fiscale aftrekbaarheid van zijn autokosten zien verlagen van 75% in 2025, naar 50% in 2026, 25% in 2027, 0% in 2028 en 2029. De gemiddelde fiscale af trekbaarheid over de looptijd bedraagt hierdoor 30%. Voor een benzinevoertuig met 120 gram CO2/km op 1 januari 2025 in gebruik genomen voor 4 jaar bedraagt de fiscale aftrekbaarheid 63% in 2025, 50% in 2026, 25% in 2027 en 0% in 2028. De gemiddelde fiscale aftrekbaarheid over de looptijd bedraagt hierdoor 34,5%. Ook boekhouders zullen dit goed moeten opvolgen.

Bovendien be.nvloedt de datum van ingebruikname de fiscale aftrekbaarheid. Of men een voertuig op 15 januari of op 15 december van eenzelfde jaar in gebruik neemt, zal invloed hebben op de gemiddelde fiscale aftrekbaarheid over de looptijd. TCO-berekeningen kunnen dit simuleren.

Fiscale aftrekbaarheid elektrische voertuigen

Het principe van variabele fiscale aftrekbaarheid geldt niet voor zero-emissie voertuigen. Eenmaal besteld in een bepaald jaar behouden zij hun fiscale aftrekbaarheid gedurende de volledige looptijd. Wie een 100% elektrisch voertuig bestelt in 2025, zal de 100% aftrekbaarheid behouden voor de volledige looptijd of gebruiksduur.

Alle 100% elektrische voertuigen aangekocht, geleased of gehuurd in 2025 blijven voor de volledige looptijd aftrekbaar voor 100%. De fiscale aftrekbaarheid daalt pas voor voertuigen besteld vanaf 1 januari 2027 naar 95% tot 67,5% voor bestellingen vanaf 1 januari 2031.

Fiscale aftrekbaarheid plug-inhybrides besteld in 2025

Voor benzine- en dieselvoertuigen aangekocht, geleased of gehuurd vanaf 1 januari 2025 zal de fiscale aftrekbaarheid beperkt worden tot 75%. De maximale fiscale aftrekbaarheid zal geleidelijk worden verlaagd van maximaal 75% in 2025 tot 0% in 2028 tijdens de duurtijd van het leasingcontract of de gebruiksperiode.

Fiscale aftrekbaarheid benzine- en dieselvoertuigen besteld in 2025

Pour les véhicules essence et diesel achetés, loués ou pris en leasing à partir du 1^er janvier 2025, la déductibilité fiscale est limitée à 75%. La déductibilité fiscale maximale sera progressivement réduite d’un maximum de 75 % en 2025 à 0 % en 2028 sur la durée de la période de location ou d’utilisation.

Verlaagde fiscale aftrekbaarheid in 2025 voor voertuigen met hoge CO2-uitstoot

De minimale gegarandeerde fiscale aftrek van 40% voor voertuigen met meer dan 200 gram CO2-uitstoot verdwijnt in 2025. Hierdoor zullen zware motoren met hoge CO2-uitstoot vanaf 2025 de fiscale aftrekbaarheid van al hun kosten, inclusief brandstof, zien terugvallen. Voor een benzinevoertuig met bijv. 265 gr/km wordt de fiscale aftrek van alle autokosten herleid naar 0%. Deze fiscale regel geldt voor alle voertuigen besteld of leasingcontracten ondertekend vanaf 1 juli 2023.

In 2025 wordt de formule van de CO2-bijdrage aangepast en ge.ndexeerd.

A) Aanpassing van de minimumbijdrage

1) Voor alle voertuigen besteld voor 1 juli 2023 of leasingcontracten ondertekend voor 1 juli 2023: Het jaarlijks geïndexeerde minimum stijgt van 31,99 euro naar 33,22 euro per maand voor het jaar 2025.Een stijging van 3,84%.

2) Voor alle voertuigen inclusief PHEV’s en zero-emissievoertuigen besteld vanaf 1 juli 2023 of leasingcontracten ondertekend vanaf 1 juli 2023: Het niet geïndexeerd bedrag stijgt ingevolge de wetgeving vergroening van bedrijfswagens (Wet van Peteghem) van 20,83 euro naar 23,41 euro per maand. Na indexatie stijgt het maandelijkse minimumbedrag van 31,99 euro naar 37,33 euro per voor het jaar 2025. Dit is een stijging van 16,69%!

B) Stijging van de CO2-multiplicator

De zogenoemde CO2-multiplicator stijgt van 2,25 naar 2,75. Deze geldt voor voertuigen besteld of geleased vanaf 1 juli 2023. 100% elektrische voertuigen, PHEV’s en bepaalde full en mild-hybrids zijn in de praktijk niet onderworpen aan de multiplicator.

C) Aandachtspunten

1 ) Voertuigen besteld tot en met 30 juni 2023 en bestaande voertuigen in het wagenpark:

Zij volgen de klassieke formule in functie van hun CO2-uitstoot en het type van aandrijving.

Voor hen geldt geen multiplicator en geen verhoging van het niet-geïndexeerde minimum.

2) Full en mild hybrids

Full en mild hybrids besteld vanaf 1 juli 2023 zullen verder onderworpen blijven aan het geïndexeerde minimum van 37,33 euro per maand in 2025 voor zover zij bepaalde uitstoot maxima niet overschrijden.

Dit geldt voor benzinevoertuigen tot en met 96 gram (WLTP) en voor dieselvoertuigen tot en met 78 gram (WLTP).

Voor deze voertuigen heeft de CO2-multiplicator in de praktijk geen uitwerking.

3) PHEV’s

Alle PHEV’s besteld vanaf 1 juli 2023 zullen in 2025 in de praktijk verder onderworpen blijven aan het geïndexeerde minimum van 37,33 euro per maand.

Ook jaren daarna zullen zij op basis van de huidige wetgeving van het minimum kunnen blijven genieten. Dit is het gevolg van hun lage CO2-uitstoot volgens de huidige WLTP-norm en van een interpretatie van de RSZ die er concreet op neerkomt dat voor deze voertuigen de multiplicator niet van toepassing is. Dit blijft goed nieuws voor bedrijven die vandaag nog PHEV’s zouden willen bestellen voor leveringen in 2025. Het is wel de bedoeling van de EU-commissie om voor nieuwe PHEV homologaties vanaf 2025 de formule van de verbruiksnorm aan te passen in twee stappen naar een meer realistisch cijfer. In de praktijk kan men afhankelijk van het model met een verdubbeling rekenen.

4) 100% elektrische voertuigen

Zero-emissievoertuigen blijven in 2025 altijd onderworpen aan een geïndexeerd minimum. Voor zero-emissievoertuigen besteld voor 1 juli 2023 of leasingcontracten ondertekend voor 1 juli 2023: Het geïndexeerde minimum bedraagt 33,22 euro per maand voor het jaar 2025. Voor zero-emissievoertuigen besteld vanaf 1 juli 2023 of leasingcontracten ondertekend vanaf 1 juli 2023: Het geïndexeerd minimum bedraagt 37,33 euro per maand voor het jaar 2025. Ook de volgende jaren zullen zij van het licht verhoogde minimum kunnen blijven genieten.

De referentie-CO2-uitstoot 2025 voor dieselvoertuigen bedraagt 59 gr/km in 2023 en 71 gr/km voor benzine-, lpg- en aardgasvoertuigen, full en fake hybrids. In de realiteit zou dit neerkomen op een verhoging tussen 5 à 8% tegenover 2024.

Rekent men daarbij nog het effect van de ouderdomscoëfficiënt van 6% voor voertuigen binnen het bestaande wagenpark, dan wordt de verhoging hierdoor quasi volledig gecompenseerd. Dit geldt natuurlijk niet voor nieuwe voertuigen in de vloot. Aan de basisformule werden voor het jaar 2025 (aanslagjaar 2026) geen wijzigingen aangebracht. Elektrische voertuigen worden niet getroffen.

Zij blijven in eerste instantie belast tegen 4% van de fiscale catalogusprijs x 6/7 en vallen afhankelijk van de catalogusprijs soms terug op het geïndexeerde minimum. Plug-inhybrides met zeer lage CO2-waarden vallen afhankelijk van de catalogusprijs soms ook terug op het geïndexeerde minimum.

Ouderdomscoëfficiënt

Voor elk jaar verstreken vanaf de eerste inschrijving daalt de cataloguswaarde met 6 procent. Het percentage kan maximaal dalen tot 70% van de cataloguswaarde. Dit wordt bereikt wanneer het voertuig zes jaar oud wordt. Hierdoor wordt de indexatie sterk afgevlakt voor bestaande voertuigen in het wagenpark.

Formule voordeel alle aard 2025 (aanslagjaar 2026)

          – diesel: cataloguswaarde x [5,5 + ((CO2-uitstoot-59) x 0,1)]% x 6/7 x ouderdomscoefficient

         – benzine, lpg, aardgas, full hybrid, plug-inhybride: cataloguswaarde x [5,5 + ((CO2-uitstoot-71) x 0,1)]% x 6/7 x ouderdomscoefficient

•  elektrische voertuigen, waterstofvoertuigen: cataloguswaarde x 4% x 6/7 x ouderdomscoefficient

Fiscale vrijstelling

De eerste 500,00 euro van het voordeel van alle aard is in het jaar 2025 fiscaal vrijgesteld indien men het voertuig ook voor woon-werkverkeer gebruikt en men in de belastingaangifte kiest voor de forfaitaire aftrek van de beroepskosten.

Absoluut minimum

Het absolute minimum voor 2025 bedraagt 1.650,00 euro, tegenover 1.600,00 in 2024, een stijging van 3,12%.

Vanaf 1 januari 2025 mogen werkgevers een forfaitair tarief gebruiken om de thuis geladen elektriciteit terug te betalen. Hiervoor mag men gebruikmaken van de boordtabellen van de federale energieregulator CREG met de gemiddelde stroomprijzen die elke maand worden gepubliceerd.

Fiscaal wordt met een gemiddeld tarief per kwartaal gerekend. Om het forfaitaire tarief voor het eerste kwartaal van 2025 te bepalen, wordt gekeken naar de gemiddelde prijzen van augustus, september en oktober. Het tarief verschilt ook per gewest. Voor Vlaanderen bedraagt het tarief voor het eerste kwartaal 2025 precies 28,22 cent/kWh, voor Brussel 32,94 cent/kWh en voor Wallonie 32,56 cent/kWh. Dat forfait is een fiscaal maximum. Een werkgever mag ook een lager bedrag terugbetalen. De maatregel is in eerste instantie voorzien tot 31 december 2025. Een verlenging is mogelijk na evaluatie. Indien een bedrijf voorheen reeds het CREG-tarief toepaste, zal dit niet leiden tot een bijkomende fiscale boete of de aanrekening van een voordeel.

Voor 2025 werd de investeringsaftrek volledig hervormd. De basisaftrek zal voortaan 10% bedragen in plaats van 8% voor zelfstandigen en KMO’s. Er komt ook een nieuwe thematische investeringsaftrek in koolstofemissievrij vervoer zoals fietsen en fietsinfrastructuur, emissievrije vrachtwagens en laadinfrastructuur met betrekking tot vrachtwagens en ondersteunende digitale investeringen. Die bedraagt 40% voor zelfstandigen en KMO’s en 30% voor grote ondernemingen.

De details moeten nog worden uitgewerkt in een afzonderlijk Koninklijk Besluit. De investeringsaftrek geldt NOOIT voor personenwagens.

De maximale belastingvrije fietsvergoeding stijgt van 0,35 euro per kilometer naar 0,36 euro per kilometer vanaf 1 januari 2025. De maximaal fiscaal vrijstelbare vergoeding op jaarbasis stijgt van 3.500,00 euro naar 3.610,00 euro vanaf 1 januari 2025.

Wilt u meer weten over de fiscale veranderingen in 2025 en uw vragen rechtstreeks aan onze expert stellen?
Schrijf u gratis in voor ons webinar op 30 januari 2025 (van 10.00 tot 11.30 uur) door op de onderstaande banner te klikken.