Vereenvoudigde terugbetaling van thuisgeladen elektriciteit voor bedrijfswagens

De fiscale circulaire werd reeds maanden aangekondigd en is het sluitstuk van een jaren aanslepende fiscale discussie en onzekerheid die bedrijven en werkgevers met een vloot van bedrijfswagens vele kopzorgen bezorgde. Onlangs antwoordde de minister van financiën in het kader van een parlementaire vraag dat de fiscale administratie enige soepelheid diende te tonen voor bedrijven die in het verleden het CREG-tarief gebruikten voor de terugbetalingen van thuis geladen elektriciteit aan hun werknemers.

Hieronder dient men te verstaan dat wie deze methode in het verleden toepaste in principe niet moet vrezen voor mogelijke belastingsupplementen.

De circulaire meldt wel dat de algemene principes blijven gelden. De terugbetaling dient te worden uitgevoerd op basis van de werkelijke kostprijs van de thuisgeladen elektriciteit en de hoeveelheid thuisgeladen elektriciteit dient op een correcte en verifieerbare manier te worden gemeten. Omdat de technologie van de laadpalen snel evolueert voorziet de administratie nu een tijdelijke fiscale tolerantie. Voor het berekenen van de werkelijke elektriciteitskosten mag men vanaf 1 januari 2025 gebruikmaken van een forfaitair bedrag per kWh, op voorwaarde dat dit vast bedrag per kWh niet meer bedraagt dan het toepasselijk CREG-tarief volgens het tarief dat geldt voor particuliere huishoudens met digitale teller en een verbruik van 8.000 kWh.

Het maximaal forfaitair bedrag per kWh wordt fiscaal voor elk kwartaal bepaald per Gewest op basis van de woonplaats van de werknemer. Hierdoor gelden slechts 4 maximale tarieven per jaar.

Concreet dient de werkgever de zogenoemde boordtabellen (2) met gemiddelde stroomprijzen van de federale energieregulator CREG te raadplegen. Deze tabellen worden elke maand gepubliceerd.

De federale tarieven worden opgedeeld per type klant en type verbruik. Er zal binnenkort ook een gemiddeld tarief per kwartaal worden gepubliceerd, waarbij ook rekening gehouden met de opdeling per gewest (Vlaanderen, Brussel of Wallonië). De werkgever dient dus bij de berekening na te kijken in welk gewest zijn werknemer woont.

Om het forfaitaire tarief voor het eerste kwartaal van 2025 te kennen houdt men fiscaal rekening met de gemiddelde prijzen van augustus, september en oktober 2024. Het fiscaal toe te passen tarief per kWh bedraagt hierdoor in het eerste kwartaal  2025  voor Vlaanderen 28,22 eurocent, voor Brussel  32,94 cent/kWh en voor Wallonië 32,56 cent/kWh.  Dat forfait is een fiscaal maximum. De werkgever mag ook een lager bedrag terugbetalen. De maatregel geldt in eerste instantie tot 31 december 2025 maar kan worden verlengd.

De circulaire herneemt verder ook de hele fiscale geschiedenis en de verschillende standpunten die in het verleden werden ingenomen en herhaalt in detail enkele andere fiscale principes

waaronder het feit dat de fiscale regels van terugbetaling ook gelden voor laadpalen die privé door de werknemer zijn aangekocht en voor de situatie waarin men twee bedrijfswagens aan één en dezelfde laadpaal oplaadt. In dit laatste geval uiteraard voor zover elke laadbeurt afzonderlijk of een verifieerbare manier wordt gemeten.

     (1) De circulaire kan men raadplegen via deze link.

     (2) Boordtabel | CREG : Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas