De L7e-voertuigen, of zware gemotoriseerde quadricycles, vormen een homologatiecategorie tussen voertuigen zonder rijbewijs (L6e) en particuliere auto’s (M1). Deze categorie wordt gedefinieerd door drie essentiële criteria: een maximaal leeggewicht zonder batterij van 450 kg, een maximale snelheid van 90 km/u en de vereiste van een rijbewijs type B.
Historisch gedomineerd door landbouw- en bosquads, evolueert deze categorie met de opkomst van microauto’s als alternatief voor dagelijkse mobiliteit. Deze voertuigen voldoen aan de behoeften van veel bestuurders, gezien het gemiddelde bezettingspercentage van auto’s van 1,2 passagiers, de dagelijkse afgelegde afstanden rond de 30 km en de gemiddelde snelheid in stedelijke en voorstedelijke gebieden rond de 30 km/u.
Microauto’s bieden echter significante voordelen ten opzichte van traditionele auto’s. Enerzijds hebben ze een verminderde ecologische voetafdruk van meer dan 60% in vergelijking met een traditionele elektrische auto, dankzij de lagere hoeveelheid gewonnen, verwerkte en verplaatste materialen, evenals een lager elektriciteitsverbruik tijdens het gebruik. Anderzijds nemen ze aanzienlijk minder grondoppervlak in bij het parkeren – tot 60% minder dan een traditionele auto – maar ook tijdens het rijden, wat een betere co-existentie met zwakke weggebruikers, in het bijzonder fietsers, bevordert, evenals een beter beheer van de stedelijke ruimte.
Momenteel volgt de berekening van het Voordeel van Alle Aard (VAA) voor L7e-voertuigen de regels die van toepassing zijn op motoren. De begunstigde moet een boekhouding bijhouden van de daadwerkelijk gereden kilometers voor privé- en zakelijk gebruik en zijn VAA berekenen pro-rato het privégebruik, op basis van de prijs van het voertuig. Daarentegen genieten particuliere auto’s van een forfaitair VAA, bepaald door een formule die rekening houdt met het type aandrijving, de CO2-uitstoot van de auto en de cataloguswaarde. Deze ongelijkheid leidt tot een situatie waarin de administratieve last de adoptie van deze voertuigen als bedrijfsvoertuigen ontmoedigt en resulteert in hogere VAA-bedragen dan die van traditionele elektrische voertuigen, terwijl hun ecologische voetafdruk aanzienlijk lager is.
Daarom vragen we om een herziening van de VAA-berekening voor quadricycles en stellen we voor om de formule die van toepassing is op particuliere auto’s uit te breiden naar de categorie van zware gemotoriseerde quadricycles, die dan zou profiteren van een forfaitair VAA. Gezien het belang van bedrijfswagenparken bij mobiliteitstransities zou de aanpassing van het VAA van microauto’s hun acceptatie aanmoedigen en hun positie op de markt verbeteren. Dit leidt tot een positieve impact op zowel de CO2-uitstoot in de mobiliteitssector als op het gebruik van ruimte.
Met nog maar een paar weken te gaan voor de verkiezingen en met de VAA-formule die net een verandering heeft ondergaan, hoewel dit nog niet gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad, laten we hopen dat hun beroep gehoord zal worden. Het verlichten van de belastingdruk op deze microcars zou veel bedrijven en bestuurders in staat stellen om over te stappen en de files op onze wegen te verminderen.