Via Skype spraken we met een Denis Gortemen die zich bewust is van de enorme hoeveelheid werk die er is voor de heropbouw, maar die vooral ‘punchy’ als altijd is en wil doorstarten op duurzame wijze. Een interview in drie tijden – verleden, heden en toekomst – waar hij zich zoals gewoonlijk geen blad voor de mond nam en zijn visionaire geest liet spreken.
Nog 3 of 4 jaar voelbaar
link2fleet: Er gaat heel wat informatie rond – die niet altijd kan worden gecontroleerd – over het onderwerp, maar wat zijn volgens u de echte gevolgen van deze Covid-19-crisis voor de autosector?
Denis Gorteman: De markt begon half maart aan een duizelingwekkende val, die gelukkig zal worden afgeremd met de herstart. Maar we moeten onszelf niets wijsmaken: deze negatieve spiraal zal nog drie of vier jaar gevolgen hebben. De crisis heeft de bevolking verarmd, wat zal leiden tot een algemene daling in de consumptie en uitgestelde of misschien zelfs afgestelde investeringen.
L2F: Wie moet dan de markt blijven dragen?
D.G.: De B2B zal een nog grotere rol gaan spelen, al mogen we niet uit het oog verliezen dat veel bedrijven deze crisis niet zullen overleven. Vergeet ook niet dat alle onzekerheid die er al voor de crisis was (fiscaliteit, WLTP, motorkeuze enzovoort) nog zal worden versterkt door de ongeziene situatie die we nu doormaken.
L2F: Waar baseert u zich op voor toch nog een sterke positieve instelling?
D.G.: Elke situatie, zelfs de moeilijkste, creëert kansen en redenen voor optimisme. Daar moeten we ons aan vasthouden. Ik van mijn kant geloof heel sterk in verhuurformules voor particulieren, zoals private lease of personal lease, want dat zijn producten waarbij alles onder controle blijft en die zonder risico zijn. Het andere goede nieuws is dat de fabrieken langzaam en geleidelijk opstarten. Die inertie zal nog duren tot half 2021 en zal daardoor niet alleen een positief gevolg hebben voor de voorraden maar ook voor hun waarde. Er zullen dus geen kortingsoorlogen volgen, wat in het voordeel van de hele sector speelt.
L2F: En wat met de tweedehandsmarkt in dit verhaal?
D.G.: De tweedehandsmarkt zal overeind blijven qua aantallen. We zullen daarentegen een toestroom zien aan jonge tweedehandswagens uit de kortetermijnsector, die de mokerslagen van de crisis volledig heeft moeten incasseren. Er zullen nieuwe kanalen moeten worden gevonden om deze auto’s te verkopen. Ik ben ervan overtuigd dat leasingbedrijven hier een interessante rol zullen kunnen spelen als ze erin slagen om de juiste ‘verpakking’ te vinden om deze jonge tweedehandswagens weer in de verhuur te brengen. Voor wat de markt van de langetermijnverhuur betreft zullen we ongetwijfeld een lichte daling van de herverkoopwaarde zien, maar ik zou geen forse impact verwachten op de huurbedragen die de klant betaalt.
Politieke visie, graag
L2F: Zal deze crisis de elektrificatiestrategie van het Belgische wagenpark vertragen?
D.G.: Integendeel, ze zou als een katalysator moeten werken. Maar dat ligt niet in onze handen. Alles hangt af van de moed van onze politieke klasse, waarvan we meer dan ooit een duidelijke visie en krachtdadige beslissingen verwachten. Het land bevindt zich na deze Covid-19-episode aan de rand van een financiële afgrond die we nooit eerder in het verleden zagen. Deze schuld zal nog generaties lang doorwegen. Ondanks die situatie verwacht onze sector sterke en moedige stellingnames om de komst van de schone auto te stimuleren en niet om de auto de nek om te wringen, zoals sommige ongelukkige uitspraken soms doen uitschijnen. Onze leiders moeten goed opletten, want deze crisis zal een sterk nationalistisch gevoel doen opveren dat op termijn schadelijk kan zijn voor ons land als we geen buitenlandse investeringen meer proberen aan te trekken.
L2F: Welke evoluties mogen we verwachten voor de Belgische fleetmarkt?
D.G.: Ook hier speelt de politiek een belangrijke rol. We verwachten langetermijnprogramma’s om de vergroening van het wagenpark te ondersteunen. Nieuwe schrootpremies kunnen een efficiënt mechanisme vormen. Als we de elektrische auto een kans willen geven, zullen we moeten werken aan een belasting op middellange of lange termijn die ondernemingen voldoende vertrouwen geeft om deze weg in te slaan. Tegelijk moet een deels openbaar laadnetwerk worden uitgerold aan winkelcentra, supermarkten, filmzalen en dergelijke meer als aanvulling op de bestaande laadpunten thuis en op kantoor. De openbare ruimte moet totaal niet extra worden belast om dit te laten functioneren.
L2F: En thuiswerken, wordt dat een ‘game changer’ voor de mobiliteit?
D.G.: Heel wat bedrijven die zich ertegen verzet hebben ondervinden nu gedwongen de voordelen die goed geregeld thuiswerken kan bieden. Ik verwacht daarom dat ondernemingen het aantal contractkilometers zullen verminderen en dat de gebruiksduur van de auto’s zal verlengen tot 6 of 7 jaar. Dat zal dan wel gebeuren als de financiële voorwaarden dezelfde blijven. Voor ons netwerk verwachten daarom minder verkoopactiviteiten ten voordele van meer naverkoopdiensten.
L2F: En waar zit de multimodaliteit in dit verhaal?
D.G.: De tijd na de crisis zal een zware dobber worden voor het openbaar vervoer, dat bijna zeker door het publiek zal worden gemeden om voor de hand liggende gezondheidsredenen. Ik verwacht daarom dat het aantal gedeelde ritten en transporten explosief zal toenemen. Bij D’Ieteren verwachten we dat over 2 tot 3 jaar 15 procent van alle kilometers door deelwagens zullen worden gereden. Die trend zou nog kunnen versnellen. Dat maakt dat Poppy en het hele Lab Box-geheel van strategisch belang zijn voor onze groep. We mogen niet blijven zeuren over het verleden. We moeten de moed hebben om ons aan te passen aan een wereld in beweging.