Toen de coronacrisis op haar hoogtepunt was, was het ecosysteem van de mobiliteit erop gericht om zoveel mogelijk levens te redden en te beschermen. Toen enkele weken geleden de maatregelen in de wereld voorzichtig werden versoepeld, konden mobiliteitsexperts beginnen nadenken over hoe de toekomst er zal uitzien. Betekent dit het einde van de files, verkeersdrukte in de steden of stress bij het zoeken naar een parkeerplaats? Is het tijdperk van koning fiets aangebroken? En in hoeverre zal dit een impact hebben op de infrastructuur van onze steden? De meningen en concrete aanpak zullen ongetwijfeld verschillen van land tot land, en zelfs van regio tot regio. Wel kunnen we we al enkele belangrijkste trends ontwaren, en wordt het stilaan ook duidelijk wie de grote winnaars en verliezers zullen worden.
1. We vermijden het openbaar vervoer en gedeelde mobiliteitsservices
Omdat veel mensen het risico op besmetting zoveel mogelijk willen voorkomen, worden het openbaar vervoer en de autodeelsector (taxi’s, Uber, autodelen, enz.) bijzonder hard getroffen door COVID-19. Bedrijven die actief zijn in de zogenaamde micromobiliteit, zoals aanbieders van deelfietsen of elektrische steps, zien hun business instorten, terwijl ze voor de crisis net aan een steile opmars bezig waren.
Zolang de pandemie aanhoudt, zal social distancing een grote impact hebben op de manier waarop we met mobiliteit omgaan. Het openbaar vervoer moet worden heringericht (nieuwe indeling van de zitplaatsen, capaciteitsbeperkingen, verbeterde reinigingsprocedures, enz.) om de crisis het hoofd te bieden en het vertrouwen van de pendelaars terug te winnen. Bedrijven die micromobiliteit aanbieden zullen zich moeten heruitvinden. Bovendien kan COVID-19 de consolidatie binnen de sector stimuleren. Startups die al voor de crisis in slechte papieren zaten, krijgen het moeilijk om te overleven en zullen mogelijk worden overgenomen door grotere spelers zoals Lime and Bird.
2. We kiezen voor de veiligheid van de auto in plaats van voor het openbaar vervoer
Nu privévervoer wordt beschouwd als de beste manier om besmettingen te vermijden, zien we een duidelijke shift naar de auto als populairste vervoerskeuze. Mensen staan liever een uur in de file dan 30 minuten op de trein of bus te zitten of een elektrische step te gebruiken die mogelijk besmet is.
Ondanks de enorme daling in de verkoop van auto’s in 2020 (de verkoop in Europa in 2020 zal naar verwachting met 14% dalen in vergelijking met 2019), ziet de toekomst van de auto-industrie er de komende jaren beter uit, op voorwaarde dat de economische crisis als gevolg van het coronavirus niet nog groter wordt.
Rijden we straks allemaal elektrisch? Lees verder voor het antwoord.
3. We kiezen voor micromobiliteit, vooral e-bikes, voor korte ritten
Mensen die vroeger het openbaar vervoer namen voor korte ritten gaan nu liever met de fiets of te voet. Naast lichaamsbeweging zijn deze vervoersmethoden ook geschikt voor social distancing. In steden zoals Brussel, Parijs, Milaan, New York en zelfs Bogotá is extra openbare ruimte voor voetgangers en fietsers gecreëerd om de nodige sociale afstand mogelijk te maken.
Als deze maatregelen positieve resultaten hebben, zoals minder ongevallen en minder vervuiling, kunnen de steden die ook in de toekomst behouden. Tijdens de uitbraak van het coronavirus steeg de verkoop van fietsen en elektrische fietsen wereldwijd naar ongekende hoogten. Alternatieve vormen van micromobiliteit, zoals steps, hebben ook veel potentieel, omdat ze zorgen voor minder verkeersdrukte en het mogelijk maken om de social distancing-normen te respecteren.
4. We hebben de voordelen van schone lucht ervaren. Is het tijdperk van de elektrische auto nu echt aangebroken?
Vlak voordat COVID-19 de automobielsector trof, werd verwacht dat we de komende jaren een omslag zouden meemaken naar elektrische voertuigen (EV). Zal de coronacrisis dat momentum doorbreken? Wij denken alvast van niet. De lockdown verminderde het aantal afgelegde kilometers en de totale industriële activiteit drastisch en zorgde op die manier voor significant schonere lucht in steden over de hele wereld. Veel analisten verwachten dat de uitstoot van het transport in 2020 met ongeveer 20% zal dalen.
Daarom hopen veel mensen dat de auto-industrie zal blijven investeren in elektrische voertuigen. Naast enorme voordelen voor het milieu kan dit autobouwers en -leveranciers helpen om zich te herpakken, hun investeringen in de elektrificatie van het wagenpark terug te verdienen en de groei aan te zwengelen. De steun van regelgevende instanties zal hierbij van cruciaal belang zijn. Terwijl Europa en China de invoering van elektrische wagens lijken te steunen, wordt verwacht dat de verkoop in de VS drastisch zal teruglopen.
5. We kopen steeds vaker online, zelfs auto’s, en autonome leveringsdiensten zullen in de toekomst onze pakketten leveren
E-commerce is al lang niet meer uit ons leven weg te denken en sinds de lockdown is het populairder dan ooit. Kleine winkels openden spontaan een webwinkel tijdens de lockdown. Hoewel consumenten naar verwachting naar fysieke winkels zullen blijven gaan, heeft iedereen intussen de weg gevonden naar online winkelen. En de populariteit van e-commerce zal alleen maar blijven groeien. Autonoom vrachtvervoer, in het bijzonder voor de laatste kilometers, zorgt voor minder files en zou de druk op bezorgdiensten en lokale logistieke dienstverleners in de toekomst kunnen verlichten.
Een andere belangrijke verschuiving die relevant is voor de mobiliteitsindustrie is dat de online verkoop van auto’s aan een opmars bezig is. Hoewel autoverkopers twijfelden aan het directe verkoopmodel van Tesla dat werkt met virtueel en digitaal winkelen, heeft de coronacrisis bewezen dat de consument ook durft te vertrouwen op het internet om een auto te testen en te configureren. Om in deze tijden te overleven en te groeien is een diepgaande kennis van de gebruikerservaring cruciaal voor elk e-commercebedrijf.
Contactloos betalen: nog een winnaar van de coronacrisis
Het aantal cashloze transacties zit in de lift sinds de COVID-19-pandemie, omdat consumenten zich zorgen maken over de risico’s van munten en bankbiljetten. Veel winkeliers vragen ondertussen om cashloos – of zelfs contactloos – te betalen en consumenten gaan daar gretig op in.
Nu ze het gemak van contactloos betalen hebben ervaren, willen consumenten overal op die manier betalen. In parkings, bijvoorbeeld. De voorbije jaren kon je al meer en meer parkings in- en uitrijden met je bank- of creditkaart, zonder ticket. Proactieve eigenaars van parkings kunnen dat parkeergemak – inclusief de veiligheid – nog naar een hoger niveau tillen: dankzij automatische nummerplaatherkinning, slimme regels en digitale betalingen kunnen ze hun klanten een buitengewone parkeerervaring verzekeren.
6. Hoe zien de jobs van de toekomst eruit? We willen blijven telewerken
Regeringen over de hele wereld hebben in maart 2020 telewerk waar mogelijk als norm opgelegd om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. In België is het aantal telewerkers hierdoor vervijfvoudigd. De opkomst van telewerken is misschien wel de opvallendste trend van COVID-19. Volgens een enquête die werd afgenomen bij 1.000 Belgische werknemers en werkgevers willen 9 op de 10 Belgen tot drie dagen per week van thuis uit blijven werken. Telewerk zal waarschijnlijk ook in de toekomst de gangbare manier van werken worden.
Meer flexibiliteit wordt het nieuwe normaal
Als meer mensen permanent thuiswerken, zal de vermindering van het woon-werkverkeer op lange termijn vermoedelijk leiden tot een daling van het aantal afgelegde kilometers. Mensen die wel naar kantoor pendelen, zullen eerder gebruikmaken van een privéwagen of deze combineren met de fiets om de laatste (drukke) kilometers naar het werk af te leggen. Kortom, de constante afwisseling tussen kantoorwerk en thuiswerk, tussen de auto en de fiets, steps, enz. zal meer flexibiliteit vragen in het mobiliteitsbeheer: van flexibelere lease- en fleetcontracten tot flexibelere autoverzekeringen en parkeeropties.
Kortom, de constante afwisseling tussen kantoorwerk en thuiswerk, tussen de wagen en de e-bike/fiets, steps, enz. zal meer flexibiliteit vragen in het mobiliteitsbeheer.
Auteur: David Neys