Gepubliceerd op 18 November 2022 om 09h51
Door Jeroen Evens

Jean-François Cheyns (MobilityPlus): “Toekomstige vooruitgang zal komen van autotechnologie, niet van oplaadtechnologie

Ter gelegenheid van de 250e editie van ons magazine besloten we het woord te geven aan enkele belangrijke spelers in de sector om hun visie te weten te komen op de evolutie van de bedrijfswagen, elektrificatie, fiscaliteit, mobiliteit, kortom op alles wat de fleet- en mobiliteitssector in België aangaat. MobilityPlus, een bedrijf gespecialiseerd in de installatie van oplaadinfrastructuur en ondersteuning van bedrijven bij hun energietransitie, heeft een heel duidelijke visie op toekomstige ontwikkelingen op dit gebied, zoals oprichter en CEO -Jean-François Cheyns- ons toelichtte.

|
| © |

link2fleet: Hoe ziet u de laadinfrastructuur in België evolueren? Hoeveel laadstations zijn er in de toekomst nodig om aan de behoeften van alle bestuurders te voldoen?

– Jean-François Cheyns: “België is nogal een speciaal land, langs de ene kant hebben veel mensen een huis met oprit en garage. Aan de andere kant heb je het stedelijke gedeelte, waar dat niet het geval is. In België is er dus sprake van een zekere mix: een combinatie tussen thuisladen bij diegenen die dat kunnen, en publiek laden in de steden. Dat heeft zijn implicaties. Zo zullen in niet-stedelijke gebieden weinig publieke laadpalen zijn, behalve die er verplicht moeten staan volgens de quota van de overheid. Daar zullen ze dus meer aan thuisladen doen. Aan de andere kant zal er in stedelijke gebieden volop geïnvesteerd worden in publieke laadinfrastructuur. Ook worden er steeds meer grote laadpleinen geïnstalleerd bij werkgevers, wat voor veel personen al voldoende zal zijn om de wagen op te laden.”

l2f: Investeert u zélf ook in openbare infrastructuur, of bent u van plan dat in de toekomst te doen?

– J.F.C.: “Neen, zelf investeren wij niet daarin. MobilityPlus is een integrator die dat in opdracht doet van klanten die graag wensen te investeren in publieke laadinfrastructuur. We helpen met de engineering, de levering van laadpalen, het plaatsen ervan, het online brengen en ook het beheren van de voorzieningen. Bovendien zorgen we ervoor dat de inkomsten bij de klant terechtkomt. Dat is onze strategie, dus zelf hebben we besloten geen publieke laadpalen neer te zetten.”

l2f: Momenteel is het soms moeilijk om een voertuig op te laden aan een oplaadpunt omdat sommige oplaadkaarten niet compatibel zijn. Zal dit probleem in de toekomst worden opgelost?

– J.F.C.: “Dat is naar mijn mening ondertussen quasi voorbijgestreefd. In de beginjaren was dat aspect een van onze USP’s, dat je met onze pas overal kan laden. Vandaag de dag is het commodity om met één enkele laadpas je wagen te laden. Het is dus niet meer zo dat je een aparte portefeuille nodig hebt om je laadpassen in te bewaren (lacht). De sector beseft dit: we moeten allemaal samenwerken, een monopolie uitbouwen is niet aan de orde.”

l2f: Gelooft u in 100% elektrische voertuigen in de Belgische wagenparken tegen 2026?

– J.F.C.: “Het wagenpark van de bedrijfswagens is nu zo’n 700.000 wagens groot. Wijzelf hebben redelijk wat grote klanten, en die zijn allemaal voor volledig elektrisch aan het gaan. In hun car policies kun je geen thermische motor meer bestellen, zelfs geen plug-in hybride. Dus ik geloof erin dat bijna iedereen elektrisch zal rijden in 2026, maar er blijven er altijd wel enkelen achter. Kleinere KMO’s die er niet echt mee bezig zijn bijvoorbeeld. Ook door de huidige energiecrisis en de gevolgen van de pandemie die we meedragen is er sprake van grote vertragingen van deze transitie. Maar we zijn dus wel goed op weg. De intentie van onze klanten is duidelijk: gaan voor volledig elektrisch!”

l2f: Hoe zal het opladen van voertuigen evolueren? Komen er nog snellere laadstations op de markt? Of zullen het de fabrikanten zijn die betere batterijen moeten ontwikkelen?

– J.F.C.: “We moeten kijken naar de techniciteit, want er zijn technische limieten aan de oplaadsnelheid. Het net, de aansluiting bij je thuis of op de bedrijfssite. Deze zaken kan je niet oneindig omhoogdrijven om sneller te doen opladen. Je kan met wisselstroom opladen tot maximum 22kW, maar zeer weinig wagens kunnen dat. Meestal wordt 11kW gebruikt. Dus zelfs de fabrikanten tonen weinig interesse in sneller opladen, want dan moet er ook een grotere omvormer in de wagen geplaatst worden. Vaak is het meer dan voldoende om ‘traag’ op te laden, bijvoorbeeld met de traagste thuislader. Het gaat dus meer over de mindset van ‘ik wil mijn wagen snel opladen’, terwijl dat meestal niet per sé nodig is. Stel je dus eens de vraag: “Waarom moet het sneller, als het traag ook kan?”. Als we het hebben over gelijkstroom, dan is er ook sprake van technische limieten. Op vandaag worden er reeds gekoelde kabels gebruikt voor ultrasnel laden. Nog sneller kan altijd maar we zullen tegen de technische limieten botsen om de gewone gebruiker ermee te laten omgaan. Vooruitgang zal vooral gaan over het zuiniger maken van de motoren en het efficiënter maken van de batterijen, zodat die meer capaciteit hebben. Dát wordt de technologische vooruitgang, dus niet het laden.”

Jeroen Evens

Jeroen Evens, redacteur van dit artikel

Jeroen Evens is opgeleid in de Communicatiewetenschappen (KULeuven) en is een enthousiaste volger van alles wat met mobiliteit en bedrijfswagens te maken heeft. Als freelance journalist gespecialiseerd in de fleetsector houdt hij al drie jaar lang de vinger aan de pols van de laatste ontwikkelingen in onze sector.
Dit artikel gaat over: Vlootbeheer , Brandstof- en energiebeheer

Gelijkaardige artikels