Studie: zo ziet de gemiddelde EV-bestuurder eruit in België

 Voor ons land ondervroeg de VUB in het kader van de EAFO-studie van de Europese Commissie voor 2023 in totaal 1.536 bestuurders, waarvan 1.440 met een auto met een verbrandingsmotor en 96 met een elektrisch exemplaar. De studie leidt tot heel wat interessante inzichten. Zo blijkt onder meer dat de gemiddelde EV-rijder over een hoger inkomen beschikt, hoger opgeleid is en een eigen woning heeft.

 Bij de bestuurders van een elektrische auto bleek volgens de studie 73,96% over een hoger diploma (niveaus 5 tot 8 op een schaal van 8) te beschikken, terwijl dat bij de niet-EV-rijders slechts 38,26% is. 17,71% van de EV-bestuurders behaalde niveau 3 tot 4 terwijl dat bij 52,71% van de niet-EV-rijders het geval is.

Ook qua inkomen is er een aanzienlijk verschil. Bij de bestuurders van elektrische voertuigen bevindt 41,67% zich in de inkomensklasse van € 4.000 tot € 5.999, terwijl dat bij wie met een klassieke auto rijdt slechts 24,65% is. 

Kijkend naar de woonsituatie valt op dat 60,42% van de bestuurders van elektrische auto’s in een vrijstaande woning woont terwijl dat voor niet-EV-rijders 36,60% is. Halfopen bebouwingen zijn ongeveer even courant bij bestuurders van auto’s met verbrandingsmotoren (15,14%) als bij wie met een EV rijdt (13,54%). 

Daarmee samenhangend is het niet onlogisch dat 79,25% van de EV-rijders over een eigen parkeerplaats op de oprit of in een garage beschikt, terwijl dat bij de anderen met 68,27% zo’n 11% minder vaak het geval is. Een eigen garage of oprit is een groot gemak voor EV-rijders, omdat ze dan ook makkelijker over een eigen laadpaal of wallbox kunnen beschikken en niet afhankelijk zijn van publieke voorzieningen.

EV-rijders zijn in het overgrote deel van de gevallen ook eigenaar van de woning waarin ze wonen. 89,58% geeft dat aan. Bij wie een klassieke auto heeft is 70,76% eigenaar van de woning. 

Ook het aantal auto’s per gezin ligt hoger bij wie al met een elektrische auto rijdt. 45,83% van de EV-rijders heeft twee auto’s, 10,42% heeft er zelfs drie of meer. Bij bestuurders van benzine- en dieselwagens beschikt 25,83% over een tweede auto en heeft slechts 3,82% er minstens drie ter beschikking. 

De redenen voor voorgaande vaststellingen zijn te vinden in het feit dat wie vandaag als hoofdauto met een elektrische wagen rijdt, vaak over een door de werkgever ter beschikking gestelde auto beschikt of een hoger inkomen heeft. Uit de studie blijkt dat bij 39,08% van wie een elektrische auto als voornaamste voertuig gebruikt die auto een firmawagen is terwijl slechts 5,98% van de ondervraagde bestuurders van een ‘klassieke’ auto een bedrijfswagen hebben. 

Wie met een elektrische auto rijdt, legt volgens de studie jaarlijks ook meer kilometers af. EV-bestuurders halen een gemiddelde van 19.922 kilometer per jaar, wie met een benzine- of dieselauto rijdt houdt het bij 13.367 kilometer. 

De resultaten van de EAFO-studie voor ons land tonen duidelijk aan dat de markt van de elektrische auto een grote mate van ongelijkheid vertoont. Wie over de middelen beschikt, over een bedrijfswagen en een eigen, vrijstaande woning heeft, zal weinig moeite hebben met de transitie. Wie het echter met een laag of gemiddeld inkomen moet stellen en niet over een (eigen) (vrijstaande) woning kan beschikken blijft vandaag zo goed als volledig afwezig in het elektrische verhaal. Toch is 2035, het moment vanaf wanneer alleen nog elektrische auto’s nieuw zullen mogen verkocht worden, erg dichtbij en is er nog een hele weg af te leggen om iedereen mee te krijgen. Touring pleit er daarom voor dat de politieke partijen en hun politici rekening houden met iedereen en in hun beleidsplannen de nodige maatregelen voorzien opdat ook wie vandaag niet over de middelen of een eigen parkeerplaats beschikt in de nabije toekomst de switch naar elektrisch kan maken. 

Als dat niet gebeurt, ontstaat een situatie van ‘haves’ en ‘have nots’ en zal een auto het voorrecht van enkelingen worden. Dat moet absoluut vermeden worden, want de auto is en blijft een absoluut onmisbaar en erg belangrijk onderdeel van de mobiliteitsmix in ons land.