Principes
Wij herhalen kort de principes. Voor het gebruik van een bedrijfsvoertuig voor persoonlijke doeleinden wordt sinds 1 januari 2005 een maandelijks bedrag berekend voor elk voertuig dat de werkgever aan zijn werknemer ter beschikking stelt. Deze forfaitaire solidariteitsbijdrage is verschuldigd ongeacht of de werknemer zelf financieel tussenkomt en ongeacht de hoogte van die tussenkomst. Deze maandelijkse bijdrage (met een minimum van 28,17 euro per maand voor het jaar 2022) is afhankelijk van de CO2-uitstoot en het type brandstof en wordt forfaitair vastgesteld.
CO2 bijdrage 2022 | ||
Type aandrijving
|
Formule solidariteitsbijdrage 2022 |
|
Benzine
|
CO2 gekend |
[(( CO2-uitstoot x 9 euro)-768)/12] x 1,3525 |
CO2 niet gekend |
[((182 x 9 euro)- 768)/12] x 1,3525 = 98,06 euro
|
|
Diesel |
CO2 gekend |
[(( CO2-uitstoot x 9 euro)-600)/12] x 1,3525 |
CO2 niet gekend |
[((165 x 9 euro)- 600)/12] x 1,3525 = 99,75 euro
|
|
LPG of CNG (2) |
[(( CO2-uitstoot x 9 euro)-990)/12] x 1,3525
|
|
100 % elektrisch (3) |
28,17 euro per maand
|
|
(1) coëfficiënt gebaseerd op de indexen (154,29 / 114,08) ; (2) een LPG voertuig is een omgebouwd voertuig die oorspronkelijk op benzine reed. Men gebruikt in de formule de CO2 waarde van het benzinevoertuig. Voor CNG voertuigen gebruikt men de CO2 waarde zoals deze voorzien zijn door de importeur (af fabriek). Voor de retrofit modellen gebruikt men de CO2 waarde van het benzine model. (3) in afwachting van een eventuele wettelijke aanpassing aanvaardt de RSZ de minimumbijdrage ook voor wagens die uitsluitend op waterstof rijden. |
||
De minimumbijdrage per maand in 2022 bedraagt voor alle voertuigen 28,17 euro.
|
Voorbeeld 1: een dieselvoertuig met een CO2-uitstoot van 115 gram/km:
CO2-bijdrage in 2022: ((115,00 x 9) – 600) / 12 = 36,25 euro x 1,3525 = 49,03 euro per maand.
Voorbeeld 2: een benzinevoertuig met een CO2-uitstoot van 115 gram/km:
CO2-bijdrage in 2022: ((115,00 x 9) – 768) / 12 = 22,25 euro x 1,3525 = 30,09 euro per maand.
WLTP of NEDC 2.0
Het gelijkvormigheidsattest van voertuigen die vanaf 1 september 2018 in omloop zijn, bevat 2 waarden voor de CO2-uitstoot: de waarde volgens meetmethode NEDC 2.0 (code 49.1) en volgens WLTP (code 49.4). Vanaf 1 januari 2021 mag men een keuze maken tussen WLTP of NEDC 2.0 indien beide waarden op het homologatie attest worden vermeld.
Voor oudere voertuigen mogen verder de NEDC 1.0 waarde gebruiken. Voor nieuwe bestelde voertuigen vanaf het tweede semester 2021 vermelden de constructeurs vaak enkel de WLTP waarde op het homologatie attest. In dat geval dient men de WLTP te gebruiken. Voor plug-in hybrides zijn de constructeurs verplicht om nog tot einde 2022 de twee waardes te melden.
Hybride en plug-in hybride
Voor full hybride en plug-in hybride voertuigen houdt men ENKEL rekening met de CO2-uitstoot van de hoofdaandrijving (vaak benzine, uitzonderlijk diesel).
Fake plug-in hybride
Voor zogenoemde fake plug-in hybride voertuigen mag men in tegenstelling tot de regels geldig in de vennootschapsbelasting, blijven rekening houden met de CO2-uitstoot NEDC 2.0 of WLTP of NEDC 1.0 voor oudere voertuigen zoals deze vermeld is op het homologatieattest. Men dient dus de CO2-uitstoot niet te verhogen met 2,5 of te vergelijken met de lijst van overeenstemmende thermische voertuigen zoals bij het voordeel van alle aard.
Michel Willems
MOBILITAS