De federale regering heeft een comité bestaande uit 7 experten de opdracht gegeven na te denken over mogelijke pistes die de koopkracht van de Belgen kunnen verbeteren. Bij de voorstellen die deze groep op papier heeft gezet, valt vooral het voorstel op dat ons voor onze verplaatsingen meer gebruik wil laten maken van het openbaar vervoer of van zachte mobiliteitsoplossingen. Parallel met deze maatregel, zetten de experten ook de aanval in op het systeem van de tankkaarten door het gebruik ervan voor privékilometers te verbieden. De professionele trajecten zouden uiteraard buiten schot blijven.
Volgens de experten gaat het om een maatregel die de verarming van de Belgische economie moet tegengaan. Wij betalen momenteel meer voor onze energie, maar deze verhoging komt niet ten goede aan de Belgische economie, aangezien wij onze energie in het buitenland kopen.
In dezelfde optiek stelt de expertengroep eveneens voor om de maximale snelheid op onze autosnelwegen te verlagen tot 100 km/u. Dit zou tot een daling van het gemiddeld verbruik van de voertuigen moeten leiden. Deze maatregel bestaat in Nederland al, zij het dan om de stikstofuitstoot aan banden te leggen. Tussen 19 uur en 6 uur in de ochtend mag men wel 130 km/u of tegen een lagere snelheid rijden indien dat lokaal door borden wordt aangegeven.
De kritieken barsten los
De reacties van de sector, maar ook van bepaalde politici lieten niet lang op zich wachten. Zo verklaarde David Clarinval, MR-minister verantwoordelijk voor de Middenklasse, de KMO’s en Zelfstandigen dat dit voorstel niet “in de goede richting” ging. Hij werd al heel snel bijgesprongen door zijn voorzitter Georges-Louis Bouchez.
«Surrealistisch!»
Frank Van Gool, directeur van Renta was ook niet mals in zijn commentaar: “Enkel in het land van het surrealisme kunnen experten pretenderen dat het wegnemen van een deel van het loon tot een verhoging van de koopkracht zou leiden. Neen meneer, het gaat erom ‘minder fossiele brandstof te verbruiken’. Ok, 500.000 werknemers en/of bedrijfsleiders genieten van een tankkaart. Ze doen 3.000 pure privékilometer meer dan de werknemers zonder tankkaart (volgens de cijfers van het planbureau). Laten we aannemen dat ze deze 1,5 miljard kilometers niet meer zouden doen, dan betekent dat een besparing van maximaal 1 tot 1,5% op de 90 miljard afgelegde kilometers die ieder jaar per auto op ons grondgebied wordt afgelegd. Ik vraag me af welke politici hun hoofd hiervoor op het kapblok willen leggen?! Zou het kunnen dat bepaalde leden van de expertengroep een bittere smaak in de mond krijgen iedere keer het woord “firmawagen” valt en dat ze nu een (weliswaar eerder onwaarschijnlijk) alibi gebruiken om hun frustraties kwijt te kunnen?”
Men kan er ook niet naast kijken dat het idee misschien loyaal lijkt, maar moeilijk in de praktijk zal kunnen worden gebracht. Allereerst omdat het gaat om een salarisvoordeel dat vermeld staat in het arbeidscontract van de werknemer. Daarnaast brengt dit ook een duidelijke administratieve belasting mee voor de vlootbeheerders, die voortaan de aard van de afgelegde kilometers van hun werknemers moeten controleren. Het is bovendien eveneens een inbreuk op de privacy van de medewerkers, die dan ook onderworpen moet worden aan de GDPR.
Men zou kunnen veronderstellen dat per jaar 6.000 of 12.000 kilometers als privégebruik beschouwd zouden worden en dat de fiscale aftrekbaarheid daarvoor niet meer zou gelden. Een andere methode zou erin kunnen bestaan om brandstofkosten vanuit fiscaal standpunt sowieso altijd te weigeren, met als enige uitzondering de reëel afgelegde professionele kilometers. Deze professionele verplaatsingen kunnen daarna worden bewezen via een verplaatsingsagenda. Het is nu aan de regering om erop in te gaan of niet. Het geheel van de maatregelen mikt vooral op het verminderen van het energieverbruik op korte termijn.
Tot slot benadrukken we nog dat op 1 juli 2022 de jaarlijkse rijbelasting in de drie Gewesten met bijna 9% geïndexeerd werd. De TMC (BIV) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië en voor leasingvoertuigen die ingeschreven worden op een leasingmaatschappij werden op hun beurt niet geïndexeerd. In Vlaanderen daarentegen wordt de index wel toegepast op de BIV.