Het was al een tijdje geleden aangekondigd, maar nu is het zover: Volvo heeft zijn laatste auto met een dieselmotor geproduceerd. Het einde van een tijdperk, hoewel de Zweden pas in 2001 een in eigen huis ontwikkelde zelfontbrander introduceerden, in de toenmalige V70.
Voordien deed het merk een beroep op dieselmotoren van de Volkswagen-groep. Zo was de allereerste diesel-Volvo de 244 GL D6 uit 1979, die werd aangedreven door een zescilinder-in-lijn uit het bestelwagengamma van VW.
Door de jaren heen ging de dieselmotor echter een steeds prominentere plaats opeisen bij Volvo, in die mate dat het zelfs een van de weinige constructeurs werd, naast bijvoorbeeld Mercedes en Peugeot, om hybridemodellen aan te bieden waarvan de verbrandingsmotor een diesel was.
Focus op elektrisch
Maar aan dat dieselverhaal is nu dus een einde gekomen. In 2023 trok Volvo zich al terug uit Aurobay, de joint venture met Geely waarin Volvo Cars Powertrain Engineering Sweden was opgenomen. En nadat begin februari al de laatste V60-diesel van de band rolde in onze eigenste Volvo-fabriek in Gent, is de constructeur nu helemaal gestopt met de bouw van zijn zelfontbranders.
De allerlaatste Volvo-diesel werd geproduceerd in de fabriek van Torslanda. Het gaat om een blauwe XC90 die bestemd is voor het museum van het merk. Volvo zal nog wel een tijdje mildhybride en plug-inhybride modellen blijven bouwen met een verbrandingsmotor op benzine, maar wil vanaf 2030 enkel nog volledig elektrische modellen gaan bouwen.
Opvallend, want een concurrent als Mercedes had ook beslist om vanaf 2030 alleen nog PHEV’s en EV’s aan te bieden, maar is zopas op die beslissing teruggekomen als gevolg van de tegenvallende verkoop van zijn EQ-modellen. Het Duitse merk schat nu dat de helft van zijn verkoop in 2030 nog modellen met een verbrandingsmotor zal betreffen…