Het mobiliteitsbudget is geen verplichting voor ondernemingen, maar beantwoordt wel aan de noden van gebruikers van een bedrijfswagen. Afhankelijk van de specifieke situatie van een bedrijf, geven 20 tot 40% van de werknemers vandaag aan liefst over een mobiliteitsbudget te kunnen beschikken. Dat cijfer loopt op tot 60% wanneer de binnen het mobiliteitsbudget beschikbare wagens gelijklopend zijn met de traditionele bedrijfswagenkeuze.
Moeten kiezen tussen een klassieke bedrijfswagen of een voertuig dat binnen de regels van het mobiliteitsbudget past, is een tijdelijk gegeven: tussen nu en iets meer dan drie jaar zullen alle nieuwe bedrijfswagens ecologisch zijn. De keuze van een bedrijfswagen zal dan niet langer gebonden zijn aan de door het mobiliteitsbudget opgelegde limieten .
Op dat ogenblik zal het mobiliteitsbudget de logische evolutie zijn van de bedrijfswagen. De vraag die blijft is wanneer het aan de werknemers wordt voorgesteld?
Wat zeggen de weknemers die al gekozen hebben voor een mobiliteitsbudget?
- Ik wil liever een fiets aanschaffen dan extra opties toe te voegen aan mijn auto (+/- 30%)
- Ik wil liever de kosten voor huisvesting vergoed zien dan over een bedrijfswagen te kunnen beschikken (+/- 20%wonen op minder dan 10km van hun werk)
- Tussen 0% belastingen of ongeveer 50% belastingen op een dergelijke som per maand, laat me vlug beslissen (+/- 40%)
- Er is al een gezinswagen en ik heb dus geen nood aan een tweede auto (+/- 5%)
- Ik maak gebruik van zachte mobiliteit voor mijn woon/werkverplaatsingen en opteer voor een deelauto wanneer ik daar nood aan heb (+/- 10%).
- Ik koop en beheer mijn auto liever zelf (+/- 10%)
- Als Ex-Pat, was dit de beste keuze die ik had.
- Ik ben niet in het bezit van een rijbewijs (+/- 1%)
- De auto is te groot in de stad, ik geeft de voorkeur aan de fiets of het openbaar vervoer.
- Ik heb deze keuze gemaakt uit ecologische overtuiging.
Waarom doof blijven voor de wensen van 20 tot 40% van de werknemers?
Het mobiliteitsbudget is financieel neutraal voor het bedrijf en verbetert in belangrijke mate de tevredenheid bij de werknemers, gezien het aan hun reële behoeften voldoet. Waarom zijn er dan zo weinig bedrijven die het voorstellen?
Van alle gehoorde redenen, zijn er drie die er in het bijzonder uitspringen als verklaring voor het gebrek aan succes:
Covid 19: De gezondheidscrisis heeft de prioriteitenlijst bij heel wat bedrijven overhoop gehaald. Deze verklaring is eigenlijk momenteel niet meer aan de orde.
Het gebrek aan bewustzijn van de voordelen die het mobiliteitsbudget insluit: meer dan 80% van de CEO’s en wagenparkbeheerders hebben slechts gedeeltelijk zicht op alle voordelen van het mobiliteitsbudget. De federale regering zou hierrond meer promotie moeten voeren.
De implementatie en het beheer ervan zijn te complex: het tegendeel is waar. Het onderwerp is complex, maar er zijn vandaag voldoende tools en diensten beschikbaar die het voor een onderneming zeer eenvoudig maken: laat u begeleiden door specialisten.
VIER STRATEGIEN ROND VERANDERINGEN IN MOBILITEIT ONDER DE LOEP
1) Niets doen:
Is het echt nodig om iets te veranderen? Niets doen bespaart nu veel tijd en geld, maar is het wel een goede keuze op lange termijn?
Niet veranderen betekent gewoonweg dat medewerkers nog steeds een auto met diesel- of benzinemotor voorgesteld krijgen. De car policy moet niet aangepast worden, er is geen elektrificatieproject, geen nieuwe kostenberekeningen, geen…, enz.
Binnen drie-en-een-half jaar, vanaf 2024, verhogen de belastingen voor deze wagens fors en in 2025 houdt de aftrekbaarheid van hun autokosten zelfs helemaal op. Bovendien zullen deze auto’s niet langer toegelaten zijn in lage emissie zones die alsmaar talrijker zullen worden. Niets doen is dus op middellange termijn geen leefbare optie. Het is dan ook beter om een andere strategie te kiezen.
2) Zich terugtrekken:
Beslissen om niet langer bedrijfswagens te beheren en ze aan te bieden aan de medewerkers, zonder een alternatief voorstel: iedereen moet zelf instaan voor zijn mobiliteit.
Binnen enkele jaren zijn de huidige voertuigen einde contract en de werknemers moeten dan maar zelf instaan voor het beheer van hun mobiliteitsoplossing.
Dat sluit echter niet uit dat professionele verplaatsingen nog minstens moeten terugbetaald worden, of een voertuig moet beschikbaar zijn voor zuiver professioneel verplaatsingen. Hoogstwaarschijnlijk zal ook het beheer van treinabonnementen (derde betaler regeling) en verplaatsingen met de fiets verder blijven bestaan.
Wanneer deze strategie de opstart van mobiliteitsprojecten in de weg staat, loopt u het risico dat ze veel meer zal kosten door de gevolgen ervan: frustraties bij en conflicten met werknemers die blijven, het wegtrekken van medewerkers naar andere bedrijven die betere mobiliteitsvoorwaarden bieden en moeilijkheden bij het aanwerven van nieuw talent als gevolg van een beperkt salarispakket t.o.v. uw concurrenten.
3) Zich aanpassen
Zich aanpassen betekent uitkijken welke veranderingen er aankomen en zich voorbereiden om de evoluties te volgen. In deze context helpt een kleine retroplanning om de meest dringende thema’s en/of de meest aantrekkelijke voor zowel werkgever als werknemer te bepalen. Zonder een pionier te zijn, biedt u aldus een aangepaste en motiverende mobiliteit aan.
Dankzij het nieuwe fiscale kader dat de overheid ontwikkelde voor mobiliteit, kunt u dit alles realiseren tegen een geringe kost voor de veranderingen. Door correct gebruik te maken van het federale mobiliteitsbudget is het in de praktijk mogelijk uw budget perfect in evenwicht te houden zonder enige bijkomende uitgaven.
Dat resulteert uiteindelijk in meer flexibiliteit, meer mogelijkheden, meer vergroening, meer tevreden werknemers en een aantrekkelijk salarispakket zonder toename van de mobiliteitskosten.
4) Een pionier zijn
Om een pionier te zijn is het niet noodzakelijk om nieuwe oplossingen uit te vinden: het volstaat om meer en/of beter te doen dan uw concurrenten, door het invoeren van nieuwe mobiliteitsoplossingen.
Paradoxaal genoeg is het tegenwoordig niet eens moeilijk om een pionier te zijn, gezien enerzijds een groot aantal bedrijven een achterstand oplopen op vlak van mobiliteit en anderzijds er heel wat oplossingen in de markt beschikbaar zijn om zich als pionier op te werpen.
Door nu te kiezen voor deze strategie onder goede begeleiding, kunt u al pionier worden in zes tot twaalf maanden.
De kost voor deze strategie varieert in functie tot uw keuzes, maar het is hoe dan ook mogelijk een pionier te zijn binnen het fiscale kader van het federale mobiliteitsbudget zonder verhoging van uw budgetten.
Door onze expert,
Thierry Devresse (My Mobility Budget Butler)