“Het potentieel voor het opladen van EV's is duidelijk aanwezig in Wallonië”, zegt Michael Van den Brandt, Business Development Manager bij Sparki.
Brandstof- en energiebeheer
Ultrasnel e-tanken
Elektrisch rijden zit in de lift. Ook de recente regeringsbeslissing om het fiscale regime van salariswagens te hervormen in het voordeel van milieuvriendelijk rijden, zal zijn effect niet missen. Maar dan moet de laadinfrastructuur wel volgen natuurlijk. België telt momenteel slechts 8482 publiek toegankelijke laadpunten. Maar een beperkt aantal daarvan, zo’n 110, zijn snelladers. Dankzij de deal tussen MAES en YEET! komen daar nu 300 à 350 ultrasnelladers bij. Hoeveel het er exact worden, hangt af van de behoefte aan laadcapaciteit. Bedoeling is om alle e-rijders vlot te kunnen bedienen, zonder wachttijden. Sommige locaties zullen dus meer dan één ultrasnellader krijgen. De Power Stations van YEET! hebben een vermogen van 350 kW, in tegenstelling tot de 22 kW van de klassieke laadpaal. Eerder sloot YEET! ook al contracten voor de plaatsing van 100 Power Stations in ons land. De deal met MAES brengt het totaal dus op ruim 400 snelle laadstations. YEET! wordt daarmee meteen de snelst groeiende exploitant van laadinfrastructuur met het grootste netwerk van ultrasnelladers in België.
60 miljoen voor strategische locaties
De filosofie van YEET! is apart. Het bedrijf kiest voor samenwerkingsverbanden met strategisch gelegen locatiepartners, die delen in de winst. Luc Maes, co-CEO van de groep MAES, zag meteen het potentieel van dat model: “Het is een win-win voor beide partijen. Wij leveren de locatie en kunnen onze klanten een duurzaam alternatief bieden, terwijl onze partner zorgt voor de investering, de technologie én de exploitatie.” Ook bij YEET!, dat ruim 60 miljoen investeert in het project, is men opgetogen over de samenwerking: “Wij kiezen er bewust voor om gebieden te ontsluiten en dan start je best met strategisch gekozen locaties zoals grote verbindingswegen of drukke verkeersaders en dat is precies wat MAES ter beschikking stelt.” Het resultaat is dat YEET! de komende jaren een groot aantal ultrasnelle laadpunten op toplocaties zal aanbieden.Schaalbaar en slim investeren
YEET! investeert in functie van de toekomstige noden van de markt, die exponentieel zal groeien in de komende jaren. De overheid wil tegen 2025 in minstens 35.000 publiek toegankelijke laadpunten voorzien. Tegen 2030 moeten dat er minstens 66.000 zijn. Dat moeten natuurlijk niet allemaal Power Stations zijn, want wie lang parkeert, moet niet ultrasnel kunnen laden. “Willen we elektrisch rijden zo vanzelfsprekend maken als water uit de kraan, dan is er een gezonde mix nodig tussen snel en traag laden”, zegt CEO Wim Boer. YEET! kiest voor verschillende laadsystemen in functie van de locatie. Het bedrijf heeft immers een technologie ontwikkeld die toelaat om mee te groeien met de evolutie van de verkoop van elektrische wagens. De zogenaamde YEET! Scale-up is een toekomstbestendige oplossing voor het elektrificeren van bedrijfsterreinen, winkelcentra of andere private locaties met publiek toegankelijke parkeermogelijkheden. Het is een schaalbare oplossing die toelaat 20 tot 2000 parkeerplaatsen op één locatie van laadpunten te voorzien. Parkeerterreinen zullen op termijn dus échte YEET!-laadpleinen worden.Kortbij de klant
De samenwerkingsovereenkomst met MAES is de volgende stap in de expansie van YEET!, dat ons land uitkoos als speerpunt voor de internationale uitrol. Het bedrijf heeft ook al contracten op zak voor het elektrificeren van de parkings van het Sportpaleis, Flanders Expo, Nekkerhal en Ethias Arena. Daar kiest YEET! bewust voor een combinatie van een beperkt aantal snelladers met een groot aantal slimme laadpunten, die inhaken op de laadbehoefte en het gedrag van de consument. YEET! sluit ook grote deals met hotelketens die parkeerplaatsen openstellen voor wie elektrisch wil tanken. “Dat is nodig, want niet iedereen heeft een garage of een eigen parkeerplaats aan zijn woning. Het principe van iedere e-rijder zijn eigen laadpaal, is praktisch niet haalbaar”, meent Wim Boer. Er moet enkel voldoende laadcapaciteit zijn op goed gekozen publiek toegankelijke plaatsen. Luc Maes treedt hem daarin bij: “Vandaag heeft toch ook niet iedereen een eigen brandstofpomp voor zijn of haar deur staan. Laadpunten moeten vooral kortbij de klant staan en precies dat is de filosofie van MAES”. Dankzij de overeenkomst tussen beide partijen is in elk geval een belangrijke nieuwe stap gezet in de transitie naar duurzame mobiliteit in ons land.
