U vindt de volledige tekst via deze link
Samenvatting van de belangrijkste inhoudelijke aspecten
Aanpassingen aan het mobiliteitsbudget vanaf 1/1/22:
Toevoegingen/aanpassingen aan pijler 2:
- kosten voor financiering (bijvoorbeeld fietsleningen), stallingkosten en kosten voor niet-verplichte uitrusting die de veiligheid en zichtbaarheid verhogen bij zachte mobiliteit
- “elektrische voortbewegingstoestellen”, zoals elektrische steps, worden gezien als zachte mobiliteit;
- abonnementen voor het openbaar vervoer van inwonende gezinsleden van de werknemer zullen in aanmerking komen
- parkeerkosten die gepaard gaan met het gebruik van het openbaar vervoer zullen ingebracht kunnen worden.
- de voetgangerspremie voor het woon-werkverkeer wordt opgenomen in de tweede pijler;
- Momenteel kunnen werknemers huisvestingskosten (intresten hypotheek- of huurlasten) inbrengen als zij binnen een straal van 5 km van hun werkplek wonen. Deze actieradius wordt uitgebreid tot 10 km. Ook kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen tellen voortaan mee
- Vanaf 2026 moeten alle voertuigen die ingezet worden in het kader van pijler 2 emissievrij zijn.
Overige aanpassingen:
- De wachttijd voor de werknemer wordt afgeschaft waardoor alle werknemers gelijk recht hebben op het mobiliteitsbudget. Het is dus niet meer nodig om gedurende een bepaalde periode een bedrijfswagen gehad te hebben of recht gehad te hebben op een bedrijfswagen, vanaf het moment dat het recht op een bedrijfswagen ontstaat, kan voor het mobiliteitsbudget gekozen worden (opgelet: er moet nog wel altijd recht zijn op een bedrijfswagen voor de betrokkene, dit is geen uitbreiding naar werknemers zonder recht op een bedrijfswagen)
Aanpassingen aan de fiscaliteit van de bedrijfswagen
Algemeen
- Ookverenigingen en andere rechtspersonen die niet onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting zullen 25% belasting betalen op het niet-aftrekbare gedeelte vermeld in de
- Verplichtingtot mededeling van de elementen die gebruikt worden voor de berekening van het VAA aan de fiscus door de werkgever
Sedert 1/9/2021
- Bedrijven:
Publiek toegankelijke laadstations (minstens ofwel tijdens ofwel na kantooruren toegankelijk voor derden en slim gestuurd) :
– 200% aftrekbaar over de afschrijvingstermijn indien geinstalleerd tussen 1/9/21 en 31/12/22
– 150% aftrekbaar over de afschrijvingstermijn indien geinstalleerd tussen 1/1/23 en 31/08/24
De afschrijving moet lineair over 5 jaar gebeuren.
- Private personen die een slimme thuislaadpaal installeren die met groene stroom gevoed wordt krijgen een belastingaftrek van:
- 45% van de investering indien geinstalleerd tussen 1/9/21 en 31/12/22
- 30% van de investering indien geinstalleerd tussen 1/1/23 en 31/12/23
- 15% indien geïnstalleerd tussen 1/1/24 en 31/12/24
Telkens met een absoluut plafond van 1500 euro
Opmerking: de uitgave moet in dit geval wel degelijk gebeuren door de particulier. Indien de laadpaal ten laste wordt genomen van de werkgever is de laadpaal in hoofde van de werkgever volledig aftekbaar maar dan geldt de aftrek voor de particulier niet meer. We zoeken nog verduidelijking voor de gevallen waarin er sprake is van een split billing tussen werkgever en werknemer.
Vanaf 1/1/2022
- Extra investeringsaftrek (degressief) voor aankoop van nieuwe, koolstofvrije, vrachtwagens en laadinfrastructuur + afbouw van de vrijstelling van accijns op professionele diesel
Vanaf 1/1/2023
- Voor PHEV besteld vanaf 1/1/23 geldt een maximale aftrek van 50% voor verbruik benzine en diesel. Voor PHEV besteld tussen 1/7/23 en 31/12/2025, zal ook op deze brandstofkosten de overgangsregeling gelden vanaf inkomstenjaar 2025. Voor PHEV besteld tussen 1/1/23 en 30/6/23 blijft de 50% aftrekbeperking gelden op brandstof gedurende de volledige looptijd maar zij behouden voor de andere kosten de bestaande aftrekbaarheid
Vanaf 1/7/2023
- Voor personenwagens met CO2 uitstoot besteld tussen 1/7/2023 en 31/12/2025 :
- Ondergrens van 50% aftrekbaarheid of40% (+200g) vervalt
- In 2025 (AJ 2026) maximale aftrek = 75%
- In 2026 (AJ 2027) maximale aftrek = 50%
- In 2027 (AJ 2028) maximale aftrek = 25%
- In 2028 (AJ 2029) = 0%
- Voor voertuigen besteld voor 1/7/23 verandert er niets op vlak van aftrekbaarheid (uitgenomen brandstofaftrek voor PHEV aangeschaft vanaf 1/1/23, zie hiervoor
- Voor personenwagens besteld vanaf 1/7/2023
- Voor alle voertuigen, ook zero emissie verhoogt de minimumbijdrage solidariteitsbijdrage RSZ (enkel werknemersstatuut) naar
- 23,42 eur in 2025
- 25,99 eur in 2026
- 28,57 eur in 2027
- 31,15 eur vanaf 2028
- Deze bedragen zijn ook nog voorwerp van indexatie = +/-x 1,4
- Voor voertuigen mét CO2 uitstoot verhoogt de solidarteitsbijdrage RSZ met factor:
- x2,25 in 2023 en 2024
- x2,75 in 2025
- x4,00 in 2026
- x5,50 vanaf 1/1/2027
- Voor alle voertuigen, ook zero emissie verhoogt de minimumbijdrage solidariteitsbijdrage RSZ (enkel werknemersstatuut) naar
Voor voertuigen besteld voor 1/7/23 verandert er hier niets
Vanaf 1/1/2026
- Personenwagens besteld vanaf 1/1/26 die niet emissievrij zijn = 0% aftrekbaar
- Bestelwagens blijven 100% aftrekbaar
- Emissievrije wagens zullen als volgt aftrekbaar zijn voor hun gehele gebruiksduur:
Indien aangeschaft (besteld):
- Voor 31/12/2026: 100%
- In 2027: 95%
- In 2028: 90%
- In 2029: 82,5%
- In 2030: 75%
- Vanaf 2031: 67,5%