Dit budget kan gebruikt worden voor de terbeschikkingstelling van een elektrische of zeer zuinige aangedreven wagen (pijler 1) en voor de financiering van andere milieuvriendelijke vervoersmodi (pijler 2). En als er op het einde van het jaar nog budget overblijft dan wordt dat uitbetaald aan de werknemer, na vermindering van een bijzondere werknemersbijdrage (pijler 3).
Intenties maar weinig actie
Maar onze éénjarige spruit heeft groeipijnen. We lezen dat slechts 0,011% van de werknemers, die hiervoor in aanmerking komen, hebben gekozen voor een mobiliteitsbudget. We merken wel in de markt dat veel bedrijven ermee bezig zijn en de wil tonen om het aan te bieden. Elders lazen we dat tegenwoordig 1 op 3 werknemers de keuze van hun werkgever laat afhangen van duurzame intenties van de werkgever. En dat getal zal alleen maar stijgen. Het mobiliteitsbudget is een mooi voorbeeld van een duurzame intentie.
Maar het loopt op dit moment voor geen meter. En dat heeft meerdere oorzaken. Grootste oorzaak langs werknemerskant is dat die werknemers nogal gekluisterd zijn aan hun wagen. In pijler 1 moet die ingeruild worden voor een elektrische of zuinig aangedreven wagen (of geen wagen). En daar wringt op dit moment het schoentje. Als je naar het aanbod van wagens kijkt die daarvoor in aanmerking komen dan word je daar niet zo wild van. Alternatief voor de werknemer is pijler 1 opgeven en direct naar pijler 2 gaan. Echter de interesse in alternatieve invulling van mobiliteit moet ook nog groeien.
De rem van de complexiteit
Langs werkgeverskant speelt de complexiteit een grote rol. We hebben een wetgever die miljoenen pagina’s wetgeving schrijft om acht van de tien Bijbelse geboden na te doen leven. En als de wetgever bovenop zo’n complexe wetgeving nog andere wettelijk geregelde systemen installeert dan is het hek helemaal van de dam. Getuige daarvan is de website www.mobiliteitsbudget.be van de FOD Financiën. Deze website wou oorspronkelijk alles over het mobiliteitsbudget eenvoudig uitgelegd op een rijtje zetten. Een nobele gedachte ware het niet dat de pagina’s op deze website steeds talrijker worden en op de duur meer en meer beginnen te lijken op de inhoud van een jaarvak aan de universiteit. Hierbij een warme oproep naar onze overheid om bij de volgende revisie de zaken toch veel gemakkelijker te maken… we zitten al met zo’n fiscaal systeem dat een complete TCO berekening zeer complex maakt. En laat nu deze TCO de hoeksteen zijn van dat complexe mobiliteitsbudget.
Ook merken we een wantrouwen van de bedrijven jegens de wetgever. De laatste 10 jaar zijn heel veel zaken veranderd op bedrijfswagenvlak. En dan was er opeens de bom dat het grondwettelijk hof de regeling van de mobiliteitsvergoeding (“cash for car”) vernietigde. Heel veel werk kreeg opeens een enkele reis richting vuilnisemmer. Kwajongens beweren immers dat dit ook met het mobiliteitsbudget kan gebeuren. Ze baseren die uitspraak op het feit dat de reden van vernietiging (discriminatie wegens amper belasten van ‘cash for car’ tov mensen zonder bedrijfswagen) ook geldt voor de derde pijler van het mobiliteitsbudget. Echter zal het waarschijnlijk zo’n vaart niet lopen. Mobiliteitsbudget zit echt goed in elkaar, mits een paar groeipijnen en het kent ook een veel breder draagvlak.
Aanvullend aan het cafetariaplan
Elk begin is moeilijk. Zoals elke nieuwe regeling in de beginperiode holt ook het mobiliteitsbudget de werkelijkheid een beetje achterna. Veel bedrijven hebben immers het gat in de mobiliteit al opgevuld met een cafetariaplan met een mobiliteitsonderdeel in. Naarmate het vertrouwen in het mobiliteitsbudget verder stijgt zullen ook wegen gevonden worden zodat het aanvullend is aan de mobiliteitstak van het bredere cafetariaplan.
Het mobiliteitsbudget een mooi instrument om de duurzame intenties te tonen. Het werknemersvoorbehoud is zeker maar van korte duur. De markt zal in heel korte tijd meer maturiteit vertonen. Het aanbod van slimme en groene mobiliteitsoplossingen zal breder worden en meer en meer mensen verleiden. De vraag van de werknemers komt er zeker aan en daarom zetten werkgevers zich best klaar het mobiliteitsbudget.
Slimme interface
Maar hou het bescheiden bij het opzetten van pijler 2. Ga niet in de fout mee te gaan in het enthousiasme van de tijd. Immers zijn er 1001 aanbieders van alternatieve mobiliteit op dit moment. Het blijkt een ‘hot place’ in de markt want elke dag komen er wel een paar bij met unieke oplossingen. Hou de tweede pijler simpel met slechts enkele alternatieve oplossingen. Bij voorkeur geregeld via een slimme interface die de administratie makkelijk en eenvoudig maakt. Organisch en goed gefundeerd uitbreiden van de alternatieve oplossingen kan altijd. Op die manier is de administratieve druk te dragen en kan je ook niet veel hinder ondervinden van eventuele revisies.
We zijn er allemaal van overtuigd dat het mobiliteitsbudget heel goed in elkaar steekt. En op termijn zal het volledig aanvullend zijn aan de mobiliteitstak van het cafetariaplan. Want pijlers 1 & 2 zijn al behoorlijk geregeld. En dat is een goede zaak want het geeft dat onderdeel van het cafetariaplan de wettelijke zekerheid . Onze spruit is nog maar 1 jaar. Laat ons allen hem omarmen en hem begeleiden naar een succesvol instrument die werknemers blij maakt. Want daarvoor doen we het allemaal.
Bert Van Rossen & Jan Borré – Via Mobile