Gepubliceerd op 14 November 2023 om 23h31
Door Jeroen Evens

Het mobiliteitsbudget en ‘the war for talent’

De arbeidswereld evolueert snel en wordt steeds competitiever. De “war for talent” is een realiteit waarmee elke organisatie wordt geconfronteerd. Om op te vallen, is het essentieel om innovatieve HR-voordelen te bieden. Zoals de invoering van een mobiliteitsbudget, bijvoorbeeld. Genoeg stof om over te palaveren dus, tijdens een geanimeerd webinar van link2fleet’s Mobili-Time Institute.

|||||
||||| © |||||

Heb je het webinar gemist? Geen probleem! Je kan het hier herbekijken.

Onze experts:

•  Thierry Devresse – CEO van My Mobility Budget Butler
•  Jonathan De Weirt – Mobiliteitsadviseur bij Olympus Mobility
•  Wim Buzzi – Co-Founder & CEO bij “let it fleet”
•  Karlien Peeters – Junior Consultant bij Acerta

 

Drie TCO’s, maar slechts eentje bruikbaar voor het mobiliteitsbudget

Thierry Devresse van My Mobility Budget Butler beet de kop af en gaf een uiteenzetting over de correcte berekening van de totale mobiliteitskost. Die TCM (Total Cost of Mobilty) is de TCO van het mobiliteitsbudget en de enige die in de wet is gedefinieerd. Om die te berekenen is het meest eenvoudig om de TCO2-formule te gebruiken, al wordt die vaak reeds berekend door de lease-maatschappij.

Belangrijk is om de kost van brandstof niet in rekening te brengen, maar een forfaitaire kost per kilometer toe te voegen. Dat wordt berekend door de som van de pendelkilometers voor 200 dagen per jaar te gebruiken, aangevuld met 6.000 privékilometers. De prijs per kilometer bedraagt 30% van de kilometervergoeding die ambtenaren ontvangen, wat neerkomt op ongeveer 12 cent per kilometer.

Formule:
25 percent van de cataloguswaarde van het voertuig + de belasting op de niet-aftrekbare uitgaven & CO2-bijdragen + het voornoemde energieforfait.

Kan het mobiliteitsbudget werknemers overtuigen?

Over deze vraag boog Wim Buzzi, mede-oprichter van ‘let it fleet’, zich. Starten deed hij met een heldere uitleg van wat het mobiliteitsbudget juist is en wat het ambieert. Sinds de lancering van het mobiliteitsbudget in 2019 zijn er al enkele wijzigingen geweest, zoals de vereenvoudigingen in 2021. Enkele maanden geleden, in september van dit jaar, kwam er -zoals zonet toegelicht door Thierry Devresse- verduidelijking omtrent het gebruik van de TCO-formule.

De essentie kan samengevat worden in drie pijlers. Vooreerst promoot het mobiliteitsbudget het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen. Via pijler 2 stimuleert het alternatieve mobiliteit en geeft het de mogelijkheid om huisvestingskosten te financieren. Pijler drie richt zich op het ontvangen in contanten van het overblijvende gedeelte van het budget.

Volgens cijfers is het mobiliteitsbudget echter nog niet populair. Volgens SD Worx gebruikte slechts 0,18% van de werknemers het in 2022, al is dat bijna een verdubbeling vergeleken met 2021. We merken wel op dat deze cijfers mogelijk reeds gedateerd zijn.

Ook blijkt uit bevragingen van let it fleet dat 16% wel graag gebruik wil maken van het Federaal Mobiliteitsbudget en dat maar liefst 40% het overweegt maar zegt onvoldoende op de hoogte te zijn. Diezelfde enquête drukt ons ook met de neus op het feit dat maar liefst 69% van de werknemers wel degelijk de mogelijkheid heeft om alternatieve mobiliteit te gebruiken voor hun woon-werk-verkeer. Aan potentieel dus geen gebrek.

De fundamenten voor een succesvol mobiliteitsbeheer zijn volgens Wim Buzzi volgende drie aspecten:

•  De fiets & e-bike
•  Het openbaar vervoer
•  Hypotheek en huur

 

Allemaal goed en wel, maar hoe implementeren we dat Federaal Mobiliteitsbudget dan? Belangrijk, volgens Wim, is dat er studie aan voorafgaat binnen de onderneming. ‘Let it fleet’ adviseert daarom een survey te organiseren binnen de firma, zo kan de werknemer- en kantoorgeografie geanalyseerd worden. Met andere woorden: Wie woont er waar? Waar werken ze? Wat zijn de alternatieven, en wat is er realistisch haalbaar?

 

Het cafetariaplan

Een cafetariaplan kan ook een oplossing zijn om werknemers een gepersonaliseerd loonpakket aan te bieden zonder dat de loonkost stijgt. Maar wat zijn de hedendaagse tendenzen, en wat houdt dat cafetariaplan juist in? Daarvoor gingen we ten rade bij Karlien Peeters van Acerta.

“Een marktconform loon is geen garantie op tevreden en loyale werknemers. Medewerkers verwachten dat werkgevers tegemoet komen aan individuele verwachtingen en behoeftes.” – Karlien Peeters, Acerta

 

In dat opzicht is het cafetariaplan een nuttige tool, en guess what… haar populariteit stijgt! Zo biedt tegenwoordig (volgens een bevraging bij 501 werkgevers) maar liefst 54% van de werkgevers een cafetariaplan aan, terwijl dat meer dan de helft van de werknemers eraan meedoet. Dat is niet te verwonderen… Het cafetariaplan schenkt de werkgever verschillende voordelen. Zo is er geen verhoging van de loonkost, bepaalt de werkgever zelf de do’s & don’ts en is er sprake van een innovatief loonbeleid, afgestemd op je organisatie.

Daarnaast schenkt een cafetariaplan aan medewerkers meer koopkracht, en je geeft hen de verantwoordelijkheid over (een deel van) hun eigen loonpakket. Daarnaast is er uiteraard ook sprake van een zekere flexibiliteit, die werknemers kunnen inzetten naargelang hun eigen, persoonlijke noden.

Concreet wordt een deel van het loon (bijvoorbeeld een eindejaarspremie, bonus, aanwervingspremie of downgrade budget) omgezet in een ‘budget’. Met dat budget kunnen medewerkers zelf nieuwe voordelen kiezen. Denk dan aan een wagen, fiets, smartphone of zelfs extra vakantiedagen. Het grote voordeel van een cafetariaplan is dat de werknemer netto (een pak) meer overhoudt dan een klassieke premie.

 

De voordelen van een Mobility as a Service-oplossing (MaaS)

Olympus Mobility vaardigde Jonathan De Weirt -mobiliteitsadviseur- af om ons uit te leggen hoe MaaS het mobiliteitsbudget in bedrijven kan ondersteunen. Maar, first things first, wat is MaaS? Een aantal kenmerken daarvan zijn dat MaaS verschillende vervoersmiddelen integreert binnen één digitaal mobiliteitsplatform. Niet enkel de ticketing en de betaling kan ermee geregeld worden, maar het kan ook gebruikt worden voor advies en informatie. Kortom: de MaaS-aanbieder is dus de brug tussen de mobiliteitsgebruiker en het mobiliteitsaanbod.

Net zoals het cafetariaplan biedt een MaaS-oplossing verschillende voordelen aan de werknemer: het is een vorm van flexibele verloning, fiscaal interessant en het schenkt bovendien extra koopkracht. Maar ook voor de werkgever kan het interessant zijn. Zo geeft het het bedrijf een duurzaam imago en is het een extra troef in die befaamde “war for talent”.

Een MaaS-oplossing kan perfect samengaan met het gebruik van een mobiliteitsbudget. Binnen pijler 1 (een milieuvriendelijke wagen) kan MaaS zorgen voor een eenvoudig overzicht. Binnen pijler 2 kan een MaaS-oplossing erg handig zijn om mobiliteitsdiensten rechtstreeks aan te kopen via één portaal, worden de kosten daarvan direct verwerkt en ontzorgt het de administratie. Mocht er nog budget over zijn, en zo komen we naadloos terecht bij pijler 3, dan is er sprake van een automatische berekening en uitbetaling ervan.

 

De vragenronde

 

  • Kan het mobiliteitsbudget over verschillende maanden gespreid worden?

Thierry Devresse: “In theorie moet het budget jaarlijks toegekend worden. In de praktijk wordt die echter vaak maandelijks toegekend, rekening houdende met het nadeel voor het bedrijf als een werknemer vroegtijdig de firma verlaat.”

  • Welke bewijsdocumenten moeten worden ingediend voor de huisvestingskosten te berekenen?

Thierry Devresse: “De persoon moet een contract (huur of hypotheek) hebben, en moet zelf ondertekenaar zijn. Daarnaast moet hij kunnen aantonen dat het contract nog lopende is, bijvoorbeeld door een screenshot van zijn laatste overschrijving te tonen.”

  • Moeten de forfaitaire onkosten (zoals carwash- en garagekosten) verplicht in de TCO omvat zitten of mogen die apart uitbetaald worden?

Thierry Devresse: “In theorie moeten alle kosten voor de werkgever moeten in de TCO geïntegreerd worden, zoals te kennen staat in de car policy van het bedrijf. Je vergoedt ze dus best niet apart.”

  • Klopt het dat het interessanter is om als werknemer een fiets aan te kopen in plaats van er eentje te leasen binnen het mobiliteitsbudget?

Thierry Devresse: “Vaak is het moeilijk om binnen het budget zowel een bedrijfswagen als bijvoorbeeld een speedpedelec te kiezen. Daarom gaat de werknemer vaak de fiets zelf financieren, en die kosten in een periode van enkele jaren terugvorderen van de werkgever via het mobiliteitsbudget.”

  • Wordt het mobiliteitsbudget uitgebreid naar alle werknemers?

Thierry Devresse: “Ja. Dit wordt zelfs gevraagd aan de regering door quasi alle mobiliteitsspelers. We hopen dat dat hoog op de agenda van de regering staat.”

(Nvdr: Voorlopig is het mobiliteitsbudget beperkt tot werknemers die momenteel een bedrijfswagen gebruiken. Die kunnen kiezen voor het mobiliteitsbudget wanneer het lease-contract afloopt, op voorwaarde dat ze geen nieuwe wagen hebben besteld.)

 

Met welgemeende dank aan onze partners:

‣ Kia
‣ VAB
‣ Olympus Mobility
‣ CIAC Fleet

Jeroen Evens

Jeroen Evens, redacteur van dit artikel

Jeroen Evens is opgeleid in de Communicatiewetenschappen (KULeuven) en is een enthousiaste volger van alles wat met mobiliteit en bedrijfswagens te maken heeft. Als freelance journalist gespecialiseerd in de fleetsector houdt hij al drie jaar lang de vinger aan de pols van de laatste ontwikkelingen in onze sector.
Dit artikel gaat over: Vlootbeheer , Mobiliteit , Best Practices

Gelijkaardige artikels