Gepubliceerd op 31 January 2022 om 16h06
Door Jeroen Evens

Mobiliteitsbudget: de verantwoorde versie van de bedrijfswagen

Het mobiliteitsbudget is een optimalisatietool voor salarissen gebaseerd op het promoten van verantwoorde mobiliteit. Kort samengevat kunnen we zeggen dat het de moderne en verantwoorde vorm is van de traditionele bedrijfswagen.

||
|| © ||

Het concept is eenvoudig: je laat een werknemer toe om zijn of haar bedrijfswagen te vervangen door een jaarlijks budget dat overeenkomt met de totale kost van zijn voertuig voor de werkgever. Dit budget, dat hem ter beschikking gesteld word door de werkgever, kan de werknemer in functie van zijn noden spenderen aan een properdere en meer verantwoorde mobiliteit. Het kan daarbij gaan om:

  1. Een ecologische bedrijfswagen die dezelfde fiscaliteit heeft als de huidige bedrijfswagen.
  2. Zachte mobiliteit die niet onderworpen is aan enige vorm van taxatie of toeslag. Enkel de BTW is van toepassing.

 

  • Openbaar vervoer,
  • Taxi’s,
  • Deelmobiliteit (auto’s, fietsen, steps),
  • De aankoop, financiering of operationele leasing van een fiets of een elektrisch voertuig klasse B of lager, het onderhoud ervan, de verzekeringen en de veiligheidsaccessoires
  • De huur van een voertuig zonder chauffeur (max. 30 dagen/jaar)
  • De huur van zijn woning* of de hypothecaire lening van zijn woning*

* vanaf 1 januari 2022 geldt de voorwaarde dat de gewoonlijke werkplek, inclusief telewerk, daarbij op maximum 10 km van de woning ligt.

3. Cash geld: op het einde van het jaar wordt het niet gespendeerde budget uitbetaald in cash, verminderd met de sociale zekerheidsbijdrage van 38,07%.

Belemmeringen voor het mobiliteitsbudget

Er zijn heel wat zaken die een rem zetten op het mobiliteitsbudget, maar die liggen vooral bij de directie van de werkgever. Eerst en vooral moet de CEO of de raad van bestuur, die de logische sponsor is van dit project, de zaken die moeten gebeuren op de agenda plaatsen. Velen onder hen stellen die beslissing uit, want andere projecten zijn prioritair. Dankzij de elektrificatie van vloten in 2026 wordt het belang van het mobiliteitsbudget echter groter.

Daarnaast is het ook een belangrijke wijziging in een domein dat vaak onbekend terrein is voor bedrijven. Maar weinig mensen bieden zich spontaan aan om dit project te realiseren. Het is een project dat een up-to-date kennis vereist. Wanneer de projectverantwoordelijke zich niet kan laten bijstaan, dreigt dat hem te ontmoedigen.

Het mobiliteitsbudget zou veel sneller geïmplementeerd worden wanneer het toegankelijk is voor alle werknemers, ook zij die geen toegang hebben tot een bedrijfswagen.

De complexiteit van de wet rond het mobiliteitsbudget is ook een rem, maar ver versoepeling die vanaf 1 januari 2022 voorzien is, zal helpen om enkele van die belemmeringen weg te nemen.

De flop van cash for car is ook een rem, want sommige bedrijven vrezen dat hetzelfde zal gebeuren met het mobiliteitsbudget. Maar gezien de inspanningen en het engagement van deze regering omtrent het mobiliteitsbudget, kunnen we hopen dat deze vrees niet bevestigd wordt.

Door zich te laten bijstaan, kan een bedrijf het mobiliteitsbudget binnen maximaal enkele werkdagen implementeren. Het grootste werk is het opstellen van de mobility policy en in het bijzonder het stuk dat pijler 1 betreft.

Evoluties verwacht in 2022

De wettekst lezen die op 25 november 2021 gepubliceerd werd, is een hele opgave. We vatten hier de aangebrachte wijzigingen samen:

  1. Wat de terugbetaling van de woning betreft, wordt de woon-werkafstand uitgebreid van 5 naar 10 km en het kapitaal van de hypothecaire lening wordt bij de interesten gevoegd.
  2. De mogelijkheid om abonnementen op het openbaar vervoer te betalen wordt uitgebreid naar alle gezinsleden onder hetzelfde dak.
  3. De mogelijkheid om private parkeerkosten te betalen die gelinkt zijn aan een abonnement op het openbaar vervoer, of die nu betrekking hebben op de auto of de fiets.
  4. De mogelijkheid om uitrusting te betalen om de zichtbaarheid van de bestuurder en zijn passagiers te vergroten bij zachte mobiliteit.
  5. Aan de ‘rijwielen’ van pijler 2 worden gemotoriseerde drie- en vierwielers toegevoegd, als ze gemaakt zijn voor personenvervoer, en in het tweede geval uitgerust zijn met een gesloten cabine.
  6. De financiering van fietsen en drie- en vierwielers uit pijler 2.
  7. De invoering van een voetgangerspremie van 0,24€/km die te voet of met een step afgelegd wordt.
  8. Een formule die de mogelijkheid biedt om de TCO te berekenen op forfaitaire basis, alsook een andere formule waarmee het bedrag van de uitgaven berekend wordt op basis van de werkelijke kosten (deze formules moeten nog vastgelegd worden in een koninklijk besluit. Deze formule zou niet verplicht zijn, elk bedrijf kan dus steeds beslissen om zijn formule te bepalen in overeenstemming met het wetgevende kader.
  9. Het afschaffen van de wachttijd van 3 maanden en 12 maanden voor de werknemer. Een start-up die minder dan 36 maanden oud is, kan dus meteen een mobiliteitsbudget aanbieden aan zijn werknemers, als er minstens één bedrijfswagen ter beschikking gesteld wordt.
  10. De mogelijkheid om professionele verplaatsingen terug te betalen buiten het mobiliteitsbudget om (zonder dat de kost voor de werkgever stijgt)
  11. De invoering van een minimum en maximum voor het mobiliteitsbudget (min. € 3.000 en max. € 16.000 per jaar, waarbij 1/5 van de bruto bezoldiging van de werknemer niet overschreden wordt). Voor mensen die al voor 25/11/2021 beschikten over een mobiliteitsbudget, is deze regel van toepassing vanaf 1 januari 2023.

 

Waarom kent het mobiliteitsbudget succes?

De bedrijfswagen is maar een gedeeltelijk antwoord op de mobiliteitsbehoefte. Met een mobiliteitsbudget kan de werkgever beantwoorden aan diverse mobiliteitsnoden die ongeveer 80% van de mensen met een bedrijfswagen hebben.

– Wat zijn deze noden?

Er zijn veel verschillende noden. We noemen de voornaamste op. De meerderheid van de werknemers gaf de voorkeur aan een minder dure auto of helemaal geen auto meer, om zich voornamelijk te verplaatsen met de fiets, het openbaar vervoer of met deelvoertuigen. Met het budget dat vrijkomt dankzij een minder dure auto kunnen ze ook één of meer elektrische fietsen aanschaffen om de verplaatsingen met het gezin te verzekeren, of een huurauto te betalen tijdens de vakantie.

Een niet verwaarloosbaar deel van hen (+/- 20%) kiest om de huur of hypothecaire lening van zijn woning  te betalen, wanneer die kortbij het werk ligt of wanneer er meer dan 50% van de tijd aan telewerk wordt gedaan.

Zij die niets uitgeven op mobiliteitsvlak tenslotte, appreciëren het cash geld op het einde van het jaar.

Maar niet enkel werknemers zijn blij met het mobiliteitsbudget. Het is een belangrijke tool voor het rekruteren en behouden van talenten, want het verleidt de meerderheid van de werknemers die genieten van een mobiliteitsbudget.

– Is het enkel iets voor stadsbewoners?

Het mobiliteitsbudget is er voor iedereen, maar een stadsbewoner is er ongetwijfeld gevoeliger voor. De verkeersdrukte, het gebrek aan parking en het grote aanbod aan openbaar vervoer zorgen er immers voor dat de bedrijfswagen makkelijker achterwege gelaten wordt.

De mogelijkheid om van thuis te werken verleidt daarentegen ook werknemers die buiten de stad wonen en niet van een toereikend aanbod van openbaar vervoer kunnen genieten.

Welke aanpassingen in de toekomst?

Een zeer belangrijke aanpassing vindt plaats in 2026: de vereenvoudiging van pijler 1. Vanaf dan moeten alle bedrijfswagens ‘koolstofemissievrij’ zijn om fiscaal aftrekbaar te zijn en daarmee worden ze dus automatisch compatibel met het mobiliteitsbudget. Er zal geen dubbele lijst van voertuigen meer gedefinieerd moeten worden door de werkgever en de transitie naar het mobiliteitsbudget zal veel makkelijker verlopen.

De tweede wijziging, de belangrijkste, is die waartoe de overheid zich geëngageerd heeft: het mobiliteitsbudget beschikbaar maken voor iedereen.

We citeren vicepremier en federaal Mobiliteitsminister Georges Gilkinet:

“Het regeerakkoord voorziet een mobiliteitsbudget voor iedereen. Met deze eerste aanpassingen hebben we duidelijk een aanzet gegeven voor de uitbreiding en de toegankelijkheid van het mobiliteitsbudget. En dat is nog maar het begin! Ik blijf samenwerken met mijn collega-minister van Financiën ter versterking van deze politiek ten gunste van een grotere vrijheid van keuze in onze verplaatsingen en een actievere en duurzamere mobiliteit.”

 

Het is dus duidelijk dat de overheid eraan werkt om het mobiliteitsbudget tegen 2024 beschikbaar te maken voor iedereen. Misschien kan het project rond de verlaging van de fiscale druk op bedrijven en werknemers gebruikt worden om deze kortingen op mobiliteit voor iedereen te kanaliseren. Zonder daarbij te gaan voor gratis openbaar vervoer voor iedereen, zoals in het Groothertogdom Luxemburg, kunnen we toch serieus de fiscale druk verlagen en de regels rond de zacht mobiliteit vereenvoudigen door ze samen te brengen in het mobiliteitsbudget.

Andere versoepelingen vallen nog te verwachten, aangezien het team dat het mobiliteitsbudget beheert ook andere projecten heeft en openstaat voor ideeën van experten.

We kunnen ons bijvoorbeeld een proportionele uitbreiding van de terugbetaling van woningen inbeelden aan werknemers die structureel één of twee dagen per week telewerken, aangezien die hun woon-werkverplaatsingen met 20 tot 40% beperken.

Het aanbod van de beheeroplossingen voor het mobiliteitsbudget wordt ondertussen snel uitgebreid en geconsolideerd. De beheer-applicaties bijvoorbeeld (Olympus) en de beheerportalen zoals Mbrella en Olympus zijn significant verbeterd dit jaar.

Sommige leasingmaatschappijen werken aan hun integratie in het mobiliteitsbudget door te voorzien dat hun configuratiemodule kan werken met de TCO-formule van het mobiliteitsbudget.

Hoe een mobiliteitsbudget implementeren?

Een mobiliteitsbudget moet beantwoorden aan reële behoeften: ik raad altijd aan om de motivatie te checken van bedrijfsleiders en werknemers alvorens het project te starten.

In de huidige mobiliteit is het aanbod zodanig groot dat je de individuele behoeften moet bekijken en ze consolideren om te weten waar te beginnen.

Het verkleinen van de ecologische voetafdruk en het verhogen van de aantrekkelijkheid van het bedrijf op het vlak van maatschappelijke verantwoordelijkheid, de vrijheid van mobiliteit en het salarispakket, zijn de belangrijkste noden.

Vervolgens moet er een mobiliteitsplan gemaakt worden, een lijst met to do’s en een retroplanning. Hulp inroepen van een expert zal de zaken altijd sneller, vollediger en efficiënter laten verlopen en dus uiteindelijk minder duur zijn.

Hoe een mobiliteitsbudget beheren?

Het mobiliteitsbudget bestaat uit drie te beheren pijlers:

Pijler 1: de propere bedrijfswagen die beheerd kan worden zoals de andere bedrijfswagens. Als die taak te zwaar is, kan je eraan denken om dit beheer uit te besteden.

Pijler 2: de zachte mobiliteit kan niet beheerd worden zonder een mobiliteitsbetaaloplossing. De keuze is groot: er bestaan op zijn minst vijf nationale actoren met een verschillend aanbod. Je moet met duidelijk inzicht kiezen welke van deze het best beantwoordt aan je huidige en toekomstige noden, want achteraf wisselen is niet makkelijk.

Pijler 3: cash is samen te vatten in één operatie per jaar in de maand januari. Dit wordt volledig beheer door de oplossingen van pijler 2.

Andere vragen

De berekening van de TCO op basis van de reële kosten in de periode 2021 of 2020 is omwille van Covid 19  niet representatief voor een normaal jaar. De periode 2019 houdt dan weer geen rekening met de impact van telewerken in de post-Covid periode, noch met de huidige kosten voor brandstof en voertuigen. Wat nu?

De wet zegt dat de TCO niet hoger mag liggen dan de werkelijke kosten van de werkgever. De referentieperiode mag daarentegen wel bepaald worden door de werkgever. Ik raad aan om die te definiëren en te verantwoorden in de TCO-formule van de werkgever en te publiceren in de mobility policy. Ze mag in geen geval leiden tot belastingontwijking. De hulp van een een expert zal hierbij van grote waarde zijn.

– Is ‘range anxiety’ nog een rem?

Jazeker, en dat verklaart gedeeltelijk het succes van plug-in hybrides (PHEV), maar het wordt in de meeste gevallen overschat. PHEV’s zijn echter een slechte oplossing op ecologische vlak wanneer ze niet ter beschikking gesteld worden van een persoon waarvan 80% van de verplaatsingen de binnen de batterijcapaciteit blijven (zo’n 50 km).

– Hoe zit het met de laadpaal thuis?

Samen met de laadpaal van het bedrijf is die zeer belangrijk in de elektrische mobiliteitsoplossing. Ik raad elk bedrijf aan om een specifiek project rond dit onderwerp te hebben en de gebruiksregels in de mobility policy vast te leggen om onvoorziene kosten te vermijden. Je moet ook weten dat laadpalen geen federale mobiliteitsmaterie zijn: ze behoren tot de gewestelijke energiebevoegdheden.

– Hoe vergroot je het succes van het mobiliteitsbudget?

Ik denk dat alle actoren werken aan een verbetering op ecologisch vlak en het mobiliteitsbudget met dit doel gebruiken. Sinds september zie ik dat meer bedrijven zich informeren en dit project opstarten. Om de impact nog te verhogen, zou het goed zijn om de fiscale druk op de groene mobiliteit te verlagen voor alle werknemers. En dat door het mobiliteitsbudget te gebruiken om de fiscale regels te vereenvoudigen en ze te hergroeperen in één enkel wettelijk kader.

 

Jeroen Evens

Jeroen Evens, redacteur van dit artikel

Jeroen Evens is opgeleid in de Communicatiewetenschappen (KULeuven) en is een enthousiaste volger van alles wat met mobiliteit en bedrijfswagens te maken heeft. Als freelance journalist gespecialiseerd in de fleetsector houdt hij al drie jaar lang de vinger aan de pols van de laatste ontwikkelingen in onze sector.
Dit artikel gaat over: Mobiliteit

Gelijkaardige artikels